Meer zzp’ers wenden zich met vragen tot schuldhulpverlening
Schuldhulpverleners zien het aantal vragen van zzp’ers vanwege schulden toenemen. Een onderzoek van het Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI) van de Hogeschool van Amsterdam samen met de NVVK laat zien dat 40 procent van de ondervraagde schuldhulpverleners een ander type klant binnenkrijgt. Zzp’ers en mkb’ers worden het vaakst genoemd als ‘nieuwe klanten’.
Het totaal aantal mensen dat op dit moment hulp zoekt, blijft onveranderd laag. Dat komt enerzijds door de sociale coronamaatregelen, anderzijds door het steunpakket van de overheid dat nu nog veel problemen voorkomt. Ook zijn schuldeisers in veel gevallen nog steeds coulant vanwege de extreme situatie waar getroffen ondernemers mee te maken hebben. De nieuwe klanten die zich melden, hebben vaak vragen over gemeentelijke inkomensregelingen en over de omgang met betalingsachterstanden.
Coronaregels bemoeilijken hulp
Uit het onderzoek blijkt ook dat de ruim 300 ondervraagde schuldhulpverleners moeite ervaren om in coronatijd juist de meest kwetsbare mensen (laaggeletterden, licht verstandelijk beperkten) goed te helpen. De RIVM-gedragsregels beperken face-to-face contacten. Ruim driekwart van de ondervraagde schuldhulpverleners zegt daardoor bepaalde klantgroepen moeilijker te kunnen ondersteunen.
Het vaakst noemen ze huishoudens met meervoudige problematiek, huishoudens met een migratieachtergrond en ouderen. Jongeren en zzp’ers volgen op geruime afstand, net als mkb’ers en mensen met een baan. “Vooral digibeten, laaggeletterden en mensen die de taal niet machtig zijn hebben last van de huidige situatie waarin meestal online hulp verleend wordt”, aldus de onderzoekers.
Loketten openhouden
Onderzoeker en lector Armoede-interventies Roeland van Geuns van de Hogeschool van Amsterdam roept gemeenten op de loketten van dienstverlening aan de meest kwetsbare burgers open te houden. Ook vindt Van Geuns dat gemeenten hun aanbod voor schuldhulp aan zzp’ers beter zichtbaar moeten maken. De NVVK ondersteunt dat pleidooi.
Van Geuns pleit ook voor een protocol over de vormgeving van de hulpverlening in coronatijd. In de geestelijke gezondheidszorg is al vastgesteld dat ook in coronatijd hulpverlening in principe face to face plaatsvindt, behalve als het echt niet anders kan. Zo’n protocol kan ook schuldhulpverleners duidelijkheid geven, stelt hij.
Hulp op afstand
De NVVK benadrukt dat ook in coronatijd maatwerk geboden blijft. Sommige groepen hulpvragers kunnen prima op afstand geholpen worden en vinden dat waarschijnlijk zelfs fijner. Voor anderen is persoonlijk contact in één ruimte noodzakelijk. Uiteindelijk bepalen de gemeenten hoe dit lokaal verloopt.