Schadevergoedingen Belastingdienst: politiek tumult
De afgelopen maanden heeft de NVVK samen met de Belastingdienst, vertegenwoordigers van ouders, schuldeisers, bewindvoerders en anderen nagedacht over een goede regeling voor de schadevergoedingen vanuit de Toeslagenaffaire. Een voorlopig eerste plan leek binnen handbereik. Maar daarin kwam onverwacht verandering als gevolg van maatschappelijke en politieke onrust over de afhandeling van de schade.
Nieuwe start
In het belang van de betrokken ouders en hun schuldeisers hebben we meegedacht aan een regeling waarin minimaal 10.000 euro van het uit te betalen bedrag gegarandeerd beschikbaar kwam om een nieuwe start te maken. Dat was een belangrijke voorwaarde van de Tweede Kamer bij de debatten over de schadevergoeding (motie-Omzigt). Met de regeling voor deze ouders zou voorkomen worden dat ouders in een regulier schuldregelingstraject terecht zouden komen.
Schuldenvrij
Een andere voorwaarde waar de Tweede Kamer aan hechtte was dat de ouders schuldenvrij gemaakt zouden worden. Ook daarin voorzag de regeling waar we samen met andere partijen over hebben nagedacht. Door te kiezen voor een minnelijk traject waarbij ook schuldeisers hun deel kregen was dit doel binnen handbereik.
Tijdige regeling
Leidend was ook het tempo waarin de oplossing aangeboden kon worden. De Belastingdienst heeft de eerste uitkeringen aan ouders namelijk al overgemaakt. Vanaf 1 februari volgen er meer. Daarom is het van het grootste belang om tijdig met een regeling te komen zodat er voor ouders met schulden en voor schuldeisers duidelijkheid zou zijn over de afwikkeling. Voorkomen dient te worden dat één of enkele schuldeisers het bedrag op kunnen eisen en de ouder met restschulden achterblijft. In de werkgroep is hierover ook overleg gevoerd met de ouders (vertegenwoordigd door o.a. de Amsterdamse ombudsman), die tot op het laatste moment tevreden waren over de richting van de oplossing.
Door het besluit van de staatssecretaris om in beginsel alle overheidsvorderingen voor de gedupeerden te laten vervallen en een appèl te doen op schuldeisers om ook hun vorderingen in te trekken is een nieuwe situatie ontstaan.
Zorgen
Als NVVK maken we ons eerlijk gezegd zorgen. We vinden het belangrijk dat de Belastingdienst ervoor zorgt dat mensen echt uit de schulden komen, ook de mensen bij wie de schade hoger is dan 30.000 euro. Ons uitgangspunt voor het meedenken in de werkgroep is steeds geweest:
- Razendsnelle hulp aan gedupeerden: schuldenvrij, met een bedrag voor een nieuwe start, akkoord van oudervertegenwoordiging.
- Schuldeisers meenemen in de oplossing, minimale afdracht belastingschulden.
- Uitvoerbaar voor de schuldhulpverlening, ontzorgend voor gemeenten en gedupeerden.
Onze ervaring met de uitkering van de Kerst-tegemoetkoming van 750 euro is ronduit positief, en diende voor ons als ‘proven practice’ in het klein. We hebben het volste vertrouwen in de werkwijze die toen gehanteerd werd voor snelle hulp aan gedupeerden nu.
We zien nu afbreukrisico’s ontstaan.
- Allereerst in de snelheid waarmee gedupeerden kunnen worden geholpen.
- Ten tweede in de hoopvolle gedachte dat alle schuldeisers vorderingen laten vallen en meewerken. Natuurlijk biedt het laten vallen van overheidsvorderingen ruimte. Als ook alle private schuldeisers alle vorderingen laten vallen is de ruimte maximaal. De vraag is: kunnen alle schuldeisers gehoor geven aan deze oproep? Of gaan zij toch verhaal halen bij de betrokken ouders en bij de Belastingdienst?
- Ten derde was de gedachte van de werkgroep om gemeenten en gedupeerde inwoners te ondersteunen. Met een gespecialiseerde taskforce van technisch onderlegde schuldhulpverleners. Dat bevordert een eenduidige afhandeling, het signaleren en oplossen van knelpunten en vooral ook weer snelheid en ontzorging van gemeenten. De voorbereiding werden getroffen om met deze uitvoerders, waar voldoende capaciteit beschikbaar is, begin februari te starten. Dat idee lijkt nu in de brief van de staatssecretaris aan de Kamer op de achtergrond te komen.
Rechtmatigheid, doelmatigheid, snelheid
Elk plan dat de zorgen van de betrokken ouders over hun toekomst wegneemt met instemming van schuldeisers is een goed plan. Dit gaat niet om een systeemdiscussie over wettelijke versus minnelijke schuldhulp. Wie dat suggereert doet aan eigenbelang. Niet rechtmatigheid moet leidend zijn, maar een goed evenwicht tussen rechtmatigheid, doelmatigheid en snelheid. Dit gaat om mensenwerk, het snel lenigen van nood vanuit een gezamenlijk doel en met een gezamenlijk draagvlak. Daar denken en werken we met de leden van de NVVK nog steeds graag aan mee.