Tijdelijke verlaging kredietrente verlengd tot september 2021
De coronacrisis houdt aan, en daarom verlengt minister Hoekstra zijn eerdere besluit tot tijdelijke verlaging van de maximaal toegestane kredietrente. Op basis van zijn eerdere besluit mocht hij de tijdelijke verlaging nog een keer verlengen, tot september 2021.
Een besluit over definitieve verlaging laat de minister over aan het volgende kabinet. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. De verlengde tijdelijke verlaging betekent dat kredietverstrekkers in plaats van 14 % maximaal 10 % rente in rekening mogen brengen bij kredietnemers.
De minister constateert dat de meeste betaalachterstanden voorkomen bij kredieten onder de 1.000 euro. Hij wil deze kredietnemers beter beschermen tegen onverantwoord hoge leningen. Daarom verlaagt Hoekstra de grens waarboven kredietverstrekkers verplicht zijn om inzicht te hebben in de financiële situatie van de geldlener. Die grens lag eerst op 1.000 euro en gaat nu naar 250 euro.
Percentage betaalachterstanden afgenomen
'Het percentage kredieten met een achterstand over de gehele periode is afgenomen tot 24,1 procent in juli 2020', schrijft minister Hoekstra op basis van BKR-cijfers. 'Dit was 33,8 procent in mei 2017. Het absolute aantal verzendhuiskredieten met een betalingsachterstand is opnieuw afgenomen ten opzichte van de vorige meting in januari 2019 (-11%). Ook is na de vorige meting het maandelijks aantal nieuwe verzendhuiskredieten met een achterstand verder gedaald. Ik vind het positief dat deze trend zich doorzet.'
Vorderingen verkocht
Toch constateert hij ook een probleem. 'Allereerst blijkt dat 75 procent van de verzendhuiskredieten met een betalingsachterstand is afgesloten voor 2015. Bijna 40 procent is zelfs afgesloten voor 2010. Voor een groot deel van deze kredietovereenkomsten zijn de vorderingen verkocht aan schuldopkopers. Ik vind het zorgelijk dat mensen zo lang met betalingsachterstanden blijven zitten, zeker in het licht van de vaak kleine orspronkelijke kredietbedragen waar het hier om gaat', aldus Hoekstra.
Omdat banken en financieringsmaatschappijen vanaf 1 april scherper gaan kijken naar de financiële draagkracht van klanten, neemt de minister op dit punt nog geen verdere maatregelen.
Meer informatie
De brief van minister Hoekstra aan de Tweede Kamer