Verslag workshop ‘Huisbezoeken’ op bijeenkomst 'Vroegsignalering' 30 mei
‘Je kunt echt niet iedereen op huisbezoek sturen’
Een huisbezoek levert het meeste op, als opvolging van vroege schuldsignalen. Maar hoe haal je het meeste rendement uit een huisbezoek? Wat heb je daarvoor nodig? En wat komen vroegsignaleerders in de praktijk tegen?
Mirjam Zwamborn, projectmanager PLANgroep en Thushari Koppejan, consulent vroegsignalering bij GR de Bevelanden, vertellen tijdens de workshop 'Huisbezoeken' op de bijeenkomst 'Vroegsignalering' van 30 mei over hun ervaringen en onderzoeken met de deelnemers hoe zij huisbezoeken aanpakken. Wat opvalt is vooral hoe groot de verschillen tussen gemeenten zijn.
Overal andere ervaringen
De vroegsignaleerders proberen uit te vinden wat lokaal werkt: huisbezoeken aankondigen (zodat inwoners ook kunnen terugmelden dat ze er geen behoefte aan hebben) of juist niet aankondigen (omdat het verrassingseffect voor een beter resultaat zorgt)? In duo’s op pad (veilig, maar misschien intimiderend) of toch alleen? Bellen, omdat dat tijd bespaart en er ook dan een goed gesprek kan ontstaan, of liever huisbezoek omdat je dan altijd meer ziet? Er zijn ook dorpen met zoveel sociale controle dat je iemand beter kunt uitnodigen op een spreekhuur buiten het eigen dorp.
De kunst van het goede gesprek
Wat doe je tijdens zo’n huisbezoek? Ook dat is telkens aftasten voor de juiste insteek. In elk geval rustig beginnen met gegevens controleren. Daarna: iemand zijn verhaal laten doen, door goed te luisteren en open vragen te stellen. En vervolgens: hulp aanbieden. Wat is financieel, wat moet je bij andere hulpinstanties uitzetten?
Afhankelijk van de situatie kun je iemand helpen overzicht te krijgen van inkomsten en uitgaven, of toch door te verwijzen. Het voeren van een gesprek vraagt veel kennis en ervaring. ‘Je kunt echt niet iedereen op huisbezoek sturen. Durf je collega’s erop aan te spreken als je ziet dat het beter kan.’
Assertieve inwoners
Veel deelnemers hebben ervaren dat ze jongeren moeilijk bereiken. Ouderen die verlegen zitten om een praatje laten je wel binnen maar accepteren vervolgens vaak toch geen hulp. Ook zien de deelnemers een verschuiving in de doelgroep. Ze komen nu ook in villa’s, waar de hoge energieprijzen voor problemen zorgen. ‘Als het daar klapt, klapt het goed.’ Maar die groep is bijdehand en zegt vaak: ‘je mag mijn gegevens helemaal niet gebruiken’.
Wat hebben we nodig?
Iedereen is het wel eens over wat er nodig is om het werk beter te kunnen doen: meer tijd en minder ruis in de signalen. Sommige deelnemers aan de workshop vertellen dat zij van hun gemeente al een beschikking moeten afgeven als ze bij wijze van spreken op een bierviltje een simpel budgetplan schetsen. Zij zien uit naar minder administratieve rompslomp.
Wat ook zou kunnen helpen om meer inwoners te bereiken: aandacht voor vroegsignalering in de buurtkrant of op social media. ‘Vertel dat de hulp gratis en vrijblijvend is en dat geldproblemen iedereen kunnen overkomen. Te veel mensen weten de gemeente niet te vinden of zijn bang dat ze voor de hulp moeten betalen.’
Lees ook
-
Verslag landelijke bijeenkomst Vroegsignalering 30 mei 2022 ‘Basis vroegsignalering is op orde, nu verder zoeken naar wat goed werkt’
-
Verslag workshop ‘Prioriteren en opvolgen van vroegsignalen’ 30 mei 2022 ‘Alles proberen en het goede behouden’