NVVK onderzoekt afdrachtberekening
Help mee om de aanpak bij 'minimale afdracht' eenvoudiger te maken
Per januari 2021 is de NVVK afgestapt van het gebruik van de vaste aflostabel. Dit was noodzakelijk door de invoering van nieuwe beslagwetgeving. We presenteerden een alternatief dat breed ingezet en ondersteund wordt. De meeste leden zijn er tevreden over. Maar we zien ook een brede discussie ontstaan over de opbrengst van een Msnp-regeling vergeleken met een Wsnp-regeling. En steeds vaker klinkt de vraag of het wel redelijk is mensen te vragen om drie jaar van de beslagvrije voet te leven.
De beslagvrije voet wordt sinds 1 januari 2021 niet meer berekend op basis van een vaste aflostabel. Uit een enquête onder NVVK-leden blijkt dat de alternatieve aanpak die we voorstelden, op instemming kan rekenen. We kondigden aan te onderzoeken of er een nog eenvoudiger optie is voor de berekening van de beslagvrije voet, en ook willen we nagaan of er meer ruimte kan zijn voor eigen keuzes in het berekenen van de afloscapaciteit. Natuurlijk streven we naar één nationale aanpak, ook om de samenwerking met schuldeisers te verbeteren.
Eigen keuzes introduceren blijkt lastig. Een eenvoudiger werkwijze hanteren ligt meer onder handbereik. Als Verenigingsbureau zijn we samen met enkele leden druk bezig om zo'n werkwijze uit te denken. Ook omdat we nu te maken hebben met een tijd waarin het steeds moeilijker wordt om met een krap budget rond te komen. Het motief om dit toch te proberen is omdat daardoor de schuldeisers toch 'iets' aangeboden kan worden. Maar tegelijk geldt dat het steeds vaker onmogelijk is om op basis van alleen een beslagvrije voet rond te komen.
Een van de alternatieven die herhaaldelijk wordt genoemd is 'altijd het vrij te laten bedrag hanteren'. Daarmee zouden we dus vaker een afloscapaciteit van nul accepteren. Schuldeisers moeten we dan vertellen dat ze niets terugkrijgen van hun vordering.
Grote voordelen zijn:
-
de verbeterde haalbaarheid voor de persoon met schulden zeker in tijden van inflatie en krapte,
-
de relatieve eenvoud
-
de uniformiteit en
-
de overeenkomst met de Wsnp-methodiek.
Maar nadelen zijn er ook. Vermoedelijk het grootste nadeel lijkt de verminderde afdracht richting schuldeisers. In de praktijk blijkt dit overigens een minder groot probleem dan eerder gedacht.
Hoe gaan we nu verder?
Om vervolgstappen te kunnen zetten zijn we op zoek naar een aantal (we denken aan een stuk of 10) cases waarin er een groot verschil is tussen de afloscapaciteit op basis van het vtlb en de afdracht op basis van de beslagvrije voet. Ook zoeken we voorbeelden van alternatieve en creatieve oplossingen.
Stuur ons je casus toe, zowel de casus zelf met de berekende afdracht op basis van vtlb en beslagvrije voet, als de gevolgen voor de schuldeisers en de uitvoerende partij. We zijn ook benieuwd naar organisatorische vraagstukken op dit gebied.
Terugkoppeling aan leden
We willen graag input van verschillende soorten leden, zowel private leden en kredietbanken als ook gemeentes. De insteek en besluitvorming is dan vanzelfsprekend ook verschillend. Daarom willen we ook weer met leden in gesprek om de resultaten te bespreken. Vervolgens verwachten we in het najaar tot een definitief voorstel te komen.
Heb je vragen over deze oproep of over dit onderwerp, bel of mail dan gerust met Joeri Eijzenbach (j.eijzenbach@nvvk.nl, 06-55887225) of Karen Stoffels-Montfoort (k.stoffelsl@nvvk.nl, 06-26050511).