'Groep onder bewind is kwetsbaarder'
Nieuw onderzoek Hogeschool Utrecht naar doelgroepen bewind en schuldhulp
Hulpverleners en hulpvragers werkten mee aan een nieuw onderzoek onder mensen die een beroep doen op bewindvoerders en schuldhulpverleners. De Hogeschool Utrecht deed het onderzoek in opdracht van de NVVK. Het 40 pagina's tellende rapport is vanaf vandaag openbaar beschikbaar.
Voor het onderzoek 'Segmentatie en doorstroom bij schulden' nam onderzoeker dr. Rosanne Oomkens 258 enquêtes af bij mensen in minnelijke en wettelijke schuldregelingen of onder bewind, en ze ondervroeg 31 schuldhulpverleners, bewindvoerders en andere professionals werkzaam in het sociaal domein.
Profiel van mensen in bewind
De drie klantgroepen zijn voor het eerst vergeleken op 'gedrag' (denk- en doenvermogen). De onderzoekers concluderen (overigens conform verwachtingen vooraf) dat iemand onder bewind
- lagere financiële vaardigheden heeft ten opzichte van mensen met een Wsnp-bewindvoerder;
- een geringer vermogen om te plannen heeft ten opzichte van de groep met een Wsnp-bewindvoerder;
- een geringer vermogen om emoties en gedrag te reguleren heeft ten opzichte van de groep in een schuldregeling en ten opzichte van de groep met een Wsnp-bewindvoerder;
- een lagere gezondheid heeft ten opzichte van de groep in een schuldregeling;
- meer financiële schaarste ervaart ten opzichte van de groep in een schuldregeling.
Illustratie WRR, 2017 – bewerkt door Hogeschool Utrecht
Vijf factoren die doorstroom belemmeren
Uit de interviews met de professionals destilleren de onderzoekers 5 overtuigingen die volgens de betrokken professionals de doorstroom van bewind naar schuldhulp belemmeren:
1. Cliënten tonen niet het gedrag dat nodig is om door te stromen.
Hierbij rijst bij bewindvoerders de vraag of de toelatingsvoorwaarden misschien te streng zijn.
2. 'Harde' toelatingsvoorwaarden en beschikbare kennis daarover.
Het leidt er onder andere toe dat hulpvragers te lang blijven hangen bij zowel bewindvoerders als minnelijke schuldhulpverleners. Het NVVK-project 'Minder regeldruk, klant voorop' speelt hierop in.
3. Stroefheid in overdracht en samenwerking.
Vaak helpt het om simpelweg met elkaar in gesprek te gaan over doorstroming. Om heldere samenwerkingsafspraken te bevorderen publiceert de NVVK binnenkort een modeldocument met afspraken. Daarnaast levert de NVVK-campagne 'Samen sterker in financiële hulp' een bijdrage aan wederzijds inzicht in elkaars werk.
4. Werkdruk schuldhulpverleners en beschermingsbewindvoerders.
Hoge caseloads leiden tot vertraging in de afhandeling van dossiers. Dit heeft volgens de onderzoekers ook te maken met de manier waarop gemeenten hulpverlening inkopen.
5. Financiële prikkels.
Voor schuldenbewind is de vergoeding hoger dan voor toestandenbewind. Schuldhulpverleners hebben soms de indruk dat beschermingsbewindvoerders mensen langer bij zich houden dan nodig is en de kantonrechter hier met een vijfjaarlijkse evaluatie onvoldoende op toeziet. Wsnp-bewindvoerders merken op dat schuldhulpverleners volgens hen soms te lang doorgaan. Dit kan voortkomen uit een aanbesteding die gebaseerd is op het treffen van zoveel mogelijk minnelijke regelingen.
In NVVK Live van donderdag 26 januari vertelt dr. Rosanne Oomkens uitgebreid over haar onderzoek.