Overslaan en naar de inhoud gaan

Arbeidsinspectie legt schuldhulp onder vergrootglas

NVVK: stabilisatie duurt te lang, vaker benchmarken bevordert kwaliteit

Arbeidsinspectie legt schuldhulp onder vergrootglas

5 juli 2024

De uitval onder hulpvragers is te groot, en de gemeentelijke schuldhulp aan ondernemers hapert nog steeds. Dat schrijft de Arbeidsinspectie in een rapport over ‘de kwaliteitsborging, de inrichting en doeltreffendheid van de uitvoering van de schuldhulpverlening’.

‘De conclusies zijn geen verrassing voor ons’, reageert NVVK-beleidsadviseur Joeri Eijzenbach. Hij is verantwoordelijk voor de toepassing van het NVVK Kwaliteitskader. Dat omschrijft hoe financiële hulp van hoge kwaliteit eruitziet. Nieuwe leden moeten eerst hun werkwijze doorlichten aan de hand van dit kader voordat ze lid kunnen worden. Bestaande leden doorlopen die procedure elke 3 jaar via een audit.

Basisdienstverlening helpt

‘Er zijn grote verschillen tussen gemeenten’, constateert Eijzenbach. ‘Op dit moment werken we er samen met het ministerie, de VNG en Divosa al aan om die verschillen te verkleinen. Dat gebeurt via het project ‘basisdienstverlening schuldhulpverlening’. Daarmee uniformeren we de schuldhulp door het aanbod in heel Nederland gelijk te trekken.’

‘De Arbeidsinspectie legt de vinger bij de lange periode die nodig is om daadwerkelijk schulden op te lossen. Ook wij vinden dat echt te lang duren. We denken dat financieel hulpverleners de hulpvrager nog meer kunnen ontzorgen. Dat kunnen ze bijvoorbeeld doen door maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden die we hebben om informatie op te vragen voor de hulpvrager.’

Stabilisatieperiode is ‘black box’

De periode tussen de aanmelding en de start van een schuldregeling wordt ‘stabilisatieperiode’ genoemd. In die periode wordt gekeken hoe groot de schulden zijn en of het inkomen stabiel is. ‘Al eerder hebben we er onze zorgen over uitgesproken dat de stabilisatieperiode een black box is’, zegt Eijzenbach. ’Deze periode duurt vaak te lang. Op grond van onze Module Stabilisatie zou die periode maximaal 4 maanden mogen duren, eventueel verlengd met nog eens 4 maanden. Die norm wordt lang niet altijd gehaald.’

De Arbeidsinspectie draagt in haar onderzoek oplossingen aan voor dit probleem:

‘De Arbeidsinspectie concludeert (...) dat de doeltreffendheid van de uitvoering van de stabilisatiefase verbeterd kan worden en dat meer inzicht in bewezen effectieve werkwijzen daarbij zou helpen.’

Data gebruiken voor onderlinge vergelijking

De NVVK werkt daar al aan met onderzoek en kennisdeling, aldus Eijzenbach. ‘Wij denken dat met onze inzet op vakmanschap en meer inzicht in vertraging- en uitvalpatronen deze periode aanzienlijk verkort kan worden. De Arbeidsinspectie merkt op dat wij niet voorschrijven ‘hoe men het werk moet doen’. Als er behoefte blijkt aan een uniforme werkinstructie dan zullen wij die handschoen oppakken.’

Wanneer het lang duurt voordat het effect van financiële hulpverlening merkbaar is, haken mensen sneller af. Ook daarom verdient de lokale werkwijze verbetering. Benchmarken kan daarbij helpen, denkt Eijzenbach. ‘In de basisdienstverlening is ook opgenomen dat we veel meer data gaan verzamelen over de prestaties van de gemeentelijke afdelingen voor financiële hulp. Die data kunnen gemeenten gebruiken om hun prestaties met anderen te vergelijken en zo voor de beste werkwijze te kiezen’.

NVVK Kwaliteitskader heeft impact

De Arbeidsinspectie onderzocht onder andere hoe gemeenten de impact van het NVVK Kwaliteitskader ervaren. De dienst controleert zelf op de aanwezigheid van ‘randvoorwaarden voor het leveren van goede dienstverlening’. In haar rapport schrijft de Arbeidsinspectie:

‘De ervaringen met de [NVVK-]audit zijn positief en het voldoen aan het [NVVK-Kwaliteits]kader wordt ervaren als een flinke opgave.’

De dienst ondervroeg 30 gemeenten over ons Kwaliteitskader. Dat levert dit beeld op (pagina 29):

Figuur 10 pagina 29

In haar rapport merkt de Arbeidsinspectie wel op dat het Kwaliteitskader uitbreiding verdient. Er is nu te weinig aandacht voor ‘de effectiviteit van de hulp’, aldus het rapport.

Kwaliteit onder druk door ontoereikende financiering?

De onderzoekers vroegen ook naar de relatie tussen beschikbaar geld en de kwaliteit van hulp. ‘Experts en private partijen [constateren] dat gemeentes vaak te lage vergoedingen bieden, waardoor de benodigde hulp niet geleverd kan worden’, schrijft de inspectie daarover. Een belangrijke vraag daarbij is in hoeverre de financiering van de schuldhulpverlening op rijksniveau voldoende is om budgettaire krapte bij gemeenten te voorkomen. De arbeidsinspectie adviseert om hier nader onderzoek naar te doen. De NVVK heeft in eerder onderzoek aangetoond dat investeren in schuldhulp loont. Aanvullend onderzoek zou inzicht moeten geven in de toereikendheid van de financiering van de uitvoer van schuldhulpverlening, inclusief begeleiding op maat.

De NVVK, zegt Eijzenbach, herkent dat leden worden ingehuurd voor slechts een deel van het proces van schuldhulpverlening, en dan ook nog met te lage vergoedingen. ‘Dat is funest voor de kwaliteit. Uiteindelijk krijgen hulpvragers niet de hulp en begeleiding waar ze behoefte aan hebben.’

‘Gemeenten krijgen sinds dit jaar structureel 40 miljoen extra voor armoede en schuldenbeleid, maar dat geld is niet ‘geoormerkt’, dus het kan ook aan andere zaken besteed worden. Wij pleiten er in al onze contacten met gemeenten voor dat de 40 miljoen echt besteed worden aan -onder andere- financiële hulp.’ 

Hulp aan ondernemers: bekendheid moet beter

De gemeentelijke toegang voor ondernemers is in de laatste jaren verbeterd, constateert het rapport. ‘Maar de zichtbaarheid en bekendheid van de schuldhulpverlening onder deze doelgroep vormt een aandachtspunt. Ondernemers die de schuldhulpverlening weten te vinden, kunnen vanwege enkele hardnekkige knelpunten minder vaak geholpen worden om van hun schulden af te komen dan particuliere hulpvragers.’

Die knelpunten ziet de NVVK ook, zegt beleidsadviseur Judith van Geffen. ‘Tegelijkertijd zien we dat het aantal ondernemers dat de weg naar gemeentelijke schuldhulp weet te vinden elk jaar sterk stijgt. Ondernemers zoeken hulp en vinden die steeds vaker bij de gemeente. We horen van leden dat de vraag nog altijd stijgt, nu de corona-uitstelregelingen moeten worden terugbetaald.’

‘Een van de knelpunten is dat BBZ-kredieten vanwege de toelatingseisen steeds vaker niet toegankelijk zijn voor ondernemers. Het optuigen van een regeling voor schuldbemiddeling voor een ondernemer is complex en vraagt veel tijd van de ondernemer en de schuldhulpverlener. We zagen dat gemeenten vanwege de onbekende risico's geen saneringskredieten aanboden aan ondernemers. Terwijl een schuldregeling voor ondernemers vaak goed te bereiken is, als er maar financiering is.' 

Saneringskrediet voor ondernemers met schulden

‘Om die reden zijn we samen met het Waarborgfonds met een pilot gestart waarin we borg staan voor saneringskredieten voor ondernemers. Het is een nieuwe route die gemeenten hebben moeten leren kennen, maar we zien nu dat het krediet steeds vaker ingezet wordt. We hebben in deze pilot al in korte tijd voor zo’n 6 miljoen euro aan ondernemersschulden helpen saneren. Dat geeft ons veel vertrouwen in deze nieuwe oplossing voor ondernemers.’

Positieve ervaringen van hulpvragers

De arbeidsinspectie concludeert ook, na onderzoek onder hulpvragers, dat de ervaringen van mensen die geholpen zijn overwegend positief zijn. De meeste hulpvragers vinden dat hun schuldhulpverlener ‘hulpvaardig en begripvol’ is. Hulpvragers worden vrijwel altijd snel geholpen en zijn positief over de bejegening. Het lukt de schuldhulpverlening over het algemeen om binnen enkele dagen een eerste gesprek te plannen met hulpvragers.

‘De hulpvrager weet waar hij aan toe is binnen zijn hulptraject. De professionele hulpverlener legt de klantreis duidelijk uit en neemt de hulpvrager daarin mee.'

De NVVK deed al eerder een uitvraag onder ruim 1100 klanten naar de NVVK Belofte en haalde een vergelijkbaar geluid op. ‘Het blijft belangrijk om ervaringen van hulpvragers te betrekken bij het verbeteren van de dienstverlening’ benadrukt Eijzenbach. Daarom is de NVVK-Belofte aan hulpvragers ook een belangrijk fundament voor het Kwaliteitskader dat we hanteren voor onze leden’.

Opgave voor de toekomst

‘Het project basisdienstverlening is een belangrijk route om de aanbevelingen van de Arbeidsinspectie op te pakken’, constateert Eijzenbach. ‘Daar refereert ook de minister aan. Het rapport leert ons verder dat we begeleiding en nazorg moeten doorontwikkelen. We zijn al overgestapt van een standaard werkwijze naar een focus op maatwerk en vraaggestuurd werken. Maar ook hier blijven de grote verschillen. Soms door lokale keuzes, maar soms ook omdat gemeenten meer zicht nodig hebben op wat er mogelijk is en wat goed werkt. Daar helpt de NVVK actief bij.'

Meer lezen

Vlak voor haar aftreden schreef het vorige kabinet dit over het rapport: 'Meer aandacht nodig voor begeleiding, nazorg en effectieve stabilisatiemethoden'

Lees hier het hele rapport van de Arbeidsinspectie (110 pagina's, inclusief bestuurlijke reactie VNG en Divosa)

Factsheet naar aanleiding van het onderzoek (7 pagina's):

Arbeidsinspectie