Verandering past binnen Basisdienstverlening en is conform Wsnp
Vtlb-methode nu standaard voor berekening bij schuldregelingen
Sinds deze zomer is de vtlb-methode voor NVVK-leden de standaard voor het opstellen van een schuldregeling. Soms leidt dat ertoe dat er geen afloscapaciteit beschikbaar is. Hoe zit dat precies en wat betekent dit voor schuldeisers?
Het vtlb zorgt ervoor dat er geld is voor vaste lasten en levensonderhoud. Voor NVVK- leden is sinds 1 juli het vtlb het uitgangspunt om vast te stellen hoeveel er afgelost kan worden. Deze werkwijze is ook opgenomen in de gewijzigde NVVK Gedragscode.
Daardoor kan de afloscapaciteit van een hulpvrager op nul euro uitkomen. Als er dan ook geen spaarpotje beschikbaar is, ontstaat de situatie dat schuldeisers een ‘aflossingsaanbod’ van nul euro krijgen. Dit is overigens exact dezelfde werkwijze als in de Wsnp. De NVVK vindt het belangrijk dat er geen verschil meer is tussen Msnp en Wsnp wat betreft het berekenen van de afloscapaciteit.
De wijziging in de Gedragscode
Tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de NVVK, op 14 mei 2024, keurden onze leden twee wijzigingen van de NVVK Gedragscode Schuldhulpverlening goed.
1. Het berekenen van de afloscapaciteit bij een voorstel tegen finale kwijting
Ons doel blijft om altijd een aanbod aan schuldeisers te doen. Maar anders dan voorheen is het vrij te laten bedrag (vtlb) doorslaggevend.
2. Definitie van een problematische schuld
Hiervoor sluiten we aan bij de definitie in de Faillissementswet. We blijven de grens van 36 maanden gebruiken
1. Afloscapaciteit
De eerste wijziging houdt in dat er niet langer altijd minimaal 64 euro (5% van de ParticipatieWet-norm) wordt aangeboden als dit boven de beslagvrije voet beschikbaar is. Die werkwijze kan namelijk als ongewenst effect hebben dat huishoudens onder het bestaansminimum terechtkomen.
In onze Module Oplossingen hebben we daarom een nieuw type oplossing opgenomen: de schuldregeling zonder afloscapaciteit. Deze oplossing hanteren we sinds 1 juli jl.
Hoe zit het?
Kortgezegd krijgen schuldeisers bij schuldregelen maandelijks altijd een aflosbedrag dat gebaseerd is op het vtlb. Alles wat boven dit bedrag overblijft is voor schuldeisers (de afloscapaciteit).
Onderzoek leert dat er in sommige situaties sprake is van een zeer beperkte afloscapaciteit (maximaal een paar euro). Dit komt bijvoorbeeld voor bij ongebruikelijke extra betalingsverplichtingen en wanneer sprake is van een combinatie van (veel) te hoge woonlasten ten opzichte van de norm, het ontbreken van huurtoeslag en als het eigen risico voor de zorgverzekering niet is afgekocht. In dat geval komt de Schuldregeling zonder afloscapaciteit aan de orde, of worden er kleine bedragen uitgekeerd.
Laat het maandelijks budget helemaal geen ruimte voor een aflosbedrag (de afloscapaciteit is nul), dan krijgt de schuldeiser vanaf 1 juli 2024 ook geen maandelijkse afloscapaciteit meer aangeboden.
2. Definitie
De tweede wijziging (de definitie van een problematische schuld) is vooral een voortzetting van wat we al gewend waren. In 2023 besloot politiek Den Haag om de saneringstermijn te halveren. We vroegen ons vervolgens af of we de definitie van een problematische schuld ook moesten herzien.
Maar we hebben besloten dezelfde termijn als voor de halvering te hanteren: een schuld is problematisch wanneer te voorzien is dat een natuurlijk persoon schulden niet zal kunnen blijven afbetalen of is gestopt met afbetalen. Deze definitie is afkomstig uit de Faillissementswet en wordt ook gehanteerd in de Wsnp.
Het gaat om situaties waarin iemand met schulden niet in staat is om binnen 36 maanden alle opeisbare vorderingen te betalen. In zo'n geval is een schuldregeling nodig.
Begeleiding nog belangrijker
Linda van Vliet
NVVK-programmamanager Linda van Vliet licht toe: ‘We blijven ernaar streven schuldeisers altijd iets aan te bieden. Maar soms kan dat simpelweg niet. Er moeten voor de hulpvrager altijd voldoende middelen overblijven om onder andere de vaste lasten te betalen en de overige minimaal noodzakelijke uitgaven te doen. Dat zorgt ervoor dat er geen nieuwe schulden opgebouwd worden. Daarom zetten we bij schuldregelen vol in op het begeleiden van hulpvragers. We zien dat schuldeisers ons hierin steunen en willen investeren in een duurzame oplossing van de schuldenproblematiek bij deze groep hulpvragers.’