Overslaan en naar de inhoud gaan

Morele oordelen bij het schuldhulpverlenen - hoe gaan we ermee om?

Morele oordelen bij het schuldhulpverlenen - hoe gaan we ermee om?

7 februari 2020

Geert van Dijk, NVVK, liep onlangs een eindje op met de in veel opzichten bijzondere hoogleraar prof. dr. Geertje Mak (Politieke geschiedenis van gender in Nederland, bijzondere leerstoel UvA).

We hadden het niet over de geschiedenis van gender en gender studies. Ook niet over uitgestrekte velden met sneeuwklokjes tussen de bomen in het Utrechtse Amelisweerd (hoewel die van grote invloed zijn op de stemming). We hadden het over ons werk, en een belangrijke vraag die ons verbindt:

Doen en denken: hoe gaan we om met moraliteit? Met wat we meedragen aan verborgen vooroordelen over anderen?

Geertje is onderzoeker. Kijkt met een brede blik naar heden en verleden. En focust op onderwerpen die spannend zijn omdat ze vanuit historisch perspectief kunnen helpen om vandaag keuzes te maken.

Een voorbeeld.

Een incident met een zwarte voetballer die door de tribune van de tegenstanders wordt uitgejouwd met racistische teksten krijgt enorme aandacht. Het Nederlands elftal voert een hand-in-hand actie, er is grote media-aandacht, de collectieve verontwaardiging is gigantisch. Want: wij zijn geen racisten, en wijzen racisme natuurlijk keihard af.

Mooi.

Maar kunnen we tevreden zijn?

Ondertussen

Want ondertussen is er een berg aan onderzoek met bewijs waaruit blijkt dat zwarte en gekleurde mensen in Nederland wel degelijk en nog steeds worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. In toegang tot de woningmarkt. In zichtbare aanwezigheid en invloed in media, bedrijfsleven en zelfs politiek en verenigingsleven. In het uitgaansleven. Daar hoor je veel minder verontwaardiging over.

Nog een voorbeeld.

De Toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Wat was de -onomstreden- conclusie van de commissie Donner?

  • “De betreurenswaardige gang van zaken (…) was niet gevolg van ‘fouten’, kwaadwilligheid of ‘onrechtmatig’ handelen (…) maar van een beleidsproces en -dynamiek waarin ieder van de betrokken partijen meende te doen wat verwacht werd en als opdracht werd gezien.
  • Het begint met het grote gemak waarmee van tijd tot tijd in het publiek debat het etiket fraude wordt geplakt op wat niet meer is dan onachtzaamheid, misslagen, onregelmatigheid en soms wellicht oneigenlijk maar niet onrechtmatig gebruik van mogelijkheden.
  • Ieder handelt daarbij in beginsel naar beste weten en ´rechtmatig´, maar de som van dat handelen is een ´onbehoorlijke´ handelwijze jegens individuele burgers die niet worden gehoord en zich niet kunnen verweren. En deze handelwijze wordt alleen nog maar rechtlijniger, ´blinder´ en onontkoombaarder naarmate daarbij meer geautomatiseerde processen worden ingeschakeld om het allemaal nog sneller, doelmatiger, zorgvuldiger en genuanceerder te maken”.

Pfoe, zware kost, wat heeft dat te maken met discriminatie?

Wie de gedupeerden zag zitten op de publieke tribune in de Tweede Kamer, moet zijn opgevallen dat er sprake was van een niet representatieve doorsnede van de bevolking. Of de Belastingdienst ‘etnisch profileerde’ in de Toeslagenaffaire is inmiddels onderwerp van onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens.

Heel genuanceerd zegt de commissie Donner dat er geen sprake was van fouten, kwaadwilligheid of onrechtmatig handelen van de Belastingdienst. En ook ik ben de laatste om die dienst te betichten van plat racisme.

Maar dit is wat mij opvalt: ik zie snel opkomende en net zo snel weer verdampende collectieve verontwaardiging bij racistische incidenten. Die vluchtigheid staat in geen verhouding tot het intense gevoel van ongemak dat me bekruipt als ik de bewijslast zie van discriminatie in Nederland. Die zichtbaar is in de scheve verhouding van de afkomst van de gedupeerden van de Belastingdienst.

Want dat ongemak is ook pijn, schaamte, en roept ontkenning en morele weerstand op. “Nee, ik doe daar toch niet aan mee?!? Niet in mijn land!”

Maar eh, Geert, was jij niet van de schuldhulpverlening? Je dwaalt af, man.

Nou, er is wel degelijk een verband met de schuldhulpverlening. Namelijk: die moraliteit. Dat leg ik even uit. 

Recent onderzoek laat zien dat de meerderheid van de bevolking vindt dat schuldsanering niet te rechtvaardigen is. Breed gedragen is de gedachte: wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

Morele weerstand is de echte weerstand

Ook hier lopen we dan aan tegen de moraliteit in de samenleving die moeilijk te overwinnen is. Die argwaan opwekt: worden we wel gelijk behandeld? Betaal ik daar indirect niet aan mee? Zijn het ‘de anderen’ die hier van profiteren, en niet ‘mijn groep’? 

Het morele oordeel over jezelf, over de groep in de samenleving waarmee je je kan identificeren, over de manier waarop we samenleven, regels en normen ontwikkelen en toepassen, blijkt in de praktijk bepalend voor wat er kan en mag.

Zullen we meedenken?

Het vraagt kracht om eerlijk in de spiegel te kijken en na te denken over jouw waardering van overlevingsstrategieën van mensen die in de knel zitten. Die soms onverstandige dingen doen, omdat regels te moeilijk of onbegrijpelijk zijn. Stress ervaren, of door de Belastingdienst in feite onheus worden bejegend.

Durven we onszelf ongemakkelijke vragen te stellen, zonder meteen het antwoord te weten? Zijn we niet allemaal toch meer gekleurd in onze opvatting over medeburgers dan we zelf willen, durven of kunnen toegeven?

Vragen, mensen. Allemaal vragen.

Vind je het leuk om het komende jaar eens flink na te denken, in de spiegel te kijken, of te reflecteren op filosofische en wetenschappelijke inzichten met betrekking tot je dagelijkse werk? Voor wie daar oren naar heeft, organiseert de NVVK over deze onderwerpen een serie gastcolleges

Omdat niet iedereen een hoogleraar heeft om mee te wandelen, geïnspireerd te raken, even diep na te denken, anders te voelen en beleven.

Kijk op onze site, abonneer je op onze nieuwsbrief en volg ons op Twitter en LinkedIn voor ons aanbod op dit gebied!