Tilburgse omgang met bewindvoerders betaalt zich uit
Het aantal beschermingsbewinden stijgt in Nederland. Tot verdriet van gemeenten, die de kosten moeten betalen uit hun budget voor bijzondere bijstand. Ook Tilburg wordt ermee geconfronteerd. “Het bedrag dat we eraan uitgaven schommelde altijd rond de 8 ton, nu is het 3,9 miljoen euro”, vertelt manager Schuldhulpverlening Joke de Kock.
De gemeente wilde daarom de relatie met bewindvoerders anders inrichten. Samen met de rechtbank West-Brabant startte Tilburg een pilot: aanvragers eerst op gesprek laten komen bij de gemeente voorafgaand aan het beluit om bewind toe te kennen. Iedereen die een bewind wil starten op basis van ‘problematische schulden of verkwisting’ komt samen met de aanvrager langs bij de gemeente.
Pas daarna mag de bewindvoerder een definitieve aanvraag doen bij de rechtbank. Adviseert de gemeente aan de rechtbank om de aanvraag af te wijzen, dan krijgt de bewindvoerder 250 euro voor het gesprek en de voorbereiding.
Broodwinning afpakken
“De eerste reactie van de bewindvoerders was: jullie pakken onze broodwinning af”, vertelt Joke de Kock. “Later ontstond er meer waardering voor ons werk. Tijdens het gesprek met de bewindvoerder hebben we het met de aanvrager over zaken als ‘wat is uw achtergrond, hoe is het zo gekomen, waarom wilt u onder bewind gesteld worden, weet u wat het inhoudt, zou budgetbeheer ook een mogelijkheid zijn?”
De verwachting was dat de gemeente zo’n tachtig gesprekken per maand zou moeten voeren. Het werden er zo’n 35, en nu zijn het er nog maar zo’n 12 per maand.
Het volledige interview met Joke de Kock en de reactie erop van de maatschappelijke beweging van bewindvoerders ZELF staat in zelfmagazine.nl. Ook het rapport over de Tilburgse pilot is via dat artikel te vinden.
Terugblik op de Tilburgse pilot
Op donderdag 5 maart gaan Joke de Kock en Erwin Bel van stichting CAV met elkaar in gesprek over de Tilburgse pilot. De bijeenkomst is gratis voor (medewerkers van) NVVK-leden, anderen betalen 150,- exclusief btw voor deelname.