‘Registreer niet alleen incassobureaus, maar ook hun vorderingen’
Minister Dekker van Rechtsbescherming wil incassobureaus gaan registreren. Hij zou vorderingen daar aan toe moeten voegen, bepleit de NVVK in haar reactie op het wetsvoorstel Kwaliteit incassodienstverlening.
Technisch is vorderingenregistratie goed te realiseren. Voor de praktijk van het schuldenregelen zou het een enorme vooruitgang zijn, aldus beleidsadviseur Linda van Vliet van de NVVK.
Belangrijke stap
Met het wetsvoorstel zet de overheid al een belangrijke stap om malafide incassobureaus van de markt te weren, concludeert ze. "Het is zondermeer positief dat incassobureaus geregistreerd moeten worden, en dat er eisen gesteld gaan worden aan de organisaties en hun bestuurders. Veroordeelde aanbieders van incassodienstverlening kunnen door het wetsvoorstel eenvoudiger worden verhinderd hun activiteiten voort te zetten."
Incasso's aan bedrijven blijven buiten schot
De NVVK heeft wel kanttekeningen bij het voorstel, vertelt ze. "Zoals gebruikelijk vraagt het ministerie betrokken organisaties in een consultatieronde om hun mening. We hebben onze opmerkingen in een brief (pdf, 114 kB) neergelegd bij het ministerie."
Dit zijn de kanttekeningen:
- Het wetsvoorstel beperkt zich tot het registreren van incassobureaus die vorderingen hebben op natuurlijke personen. Dat vinden we minder gelukkig. De Autoriteit Consument & Markt heeft de afgelopen jaren opgetreden tegen incassobureaus in de business-to-consumer markt. Maar incassobureaus die actief zijn in de business-to-business markt vallen buiten de scope van de ACM. Met het huidige voorstel blijft deze situatie in stand.
- Het voorstel formuleert eisen ten aanzien van het personeel van incassobureaus. De NVVK vraagt zich af of de eerste eis (een Verklaring omtrent het gedrag) ook niet zou moeten gelden voor de bestuurder, eigenaar, aanbieder en/of verrichter zelf. We betwijfelen of de huidige beschrijving van de VOG-plicht afdoende is.
- De aangroei van een oorspronkelijke vordering tot astronomische bedragen wordt in het voorstel aangepakt. Dat is positief. Het voorkomt dat incassokosten als verdienmodel gebruikt worden. Maar de beperking tot termijnbedragen houdt volgens ons vorderingen van bijvoorbeeld webwinkels buiten beeld. Ook daar kan de verhouding tussen de oorspronkelijke vordering en opgestapelde incassokosten zoekraken.
Registreer ook vorderingen
Een belangrijke aanpassing van het voorstel is de NVVK-wens om behalve bureaus ook de vorderingen zelf te registreren. Linda van Vliet: "In 2018 bleek uit onze jaarcijfers dat incasso-ondernemingen de meest voorkomende schuldeisers zijn bij cliënten in de schuldhulpverlening. De traceerbaarheid van vorderingen van incassobureaus vormt in de praktijk een groot probleem om de juiste schuldenlast van cliënten te bepalen. Door verkoop van vorderingen, overnames en faillissementen van incassobureaus is het voor cliënten ondoorzichtig welke vordering door wie verhaald kan worden. Het kost schuldhulpverleners onevenredig veel tijd om de juiste openstaande saldo’s en schuldeisers in zicht te krijgen. We pleiten er dan ook voor niet alleen de incassobureaus, maar ook de vorderingen te registreren. Centrale registratie van vorderingen maakt ze eenvoudig inzichtelijk voor schuldenaren en schuldhulpverleners."
Technisch en organisatorisch zijn daar mogelijkheden voor, stelt Van Vliet. De database van Schuldenwijzer, die door de gerechtsdeurwaarders is opgetuigd, kan via het Schuldenknooppunt (een NVVK-VNG project) snel toegankelijk worden voor alle schuldhulpverleners.