Renteverlaging kredieten: prima, maar compensatie Kredietbanken is onvermijdelijk
Minister Hoekstra (Financiën) wil de maximaal toegestane rente op kredieten tijdelijk verlagen. We steunen zijn voornemen, maar wijzen erop dat het ertoe kan leiden dat hulpvragers uiteindelijk meer moeten gaan betalen voor een saneringskrediet. Dat kan alleen voorkomen worden met een compensatieregeling voor Kredietbanken.
Het voorstel van minister Hoekstra betekent dat de rente op kredieten in de praktijk gemaximeerd wordt op 10 procent. Dat was (in de praktijk) 14 procent. De regel geldt tot het einde van dit jaar, en is verbonden aan de bestrijding van de gevolgen van de coronacrisis. In de tussentijd laat minister Hoekstra overigens een extern bureau onderzoek doen naar een structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding. Het is namelijk al 14 jaar geleden dat de maximale vergoeding werd teruggebracht (van 19 naar 14 procent).
Uitvoeringskosten moeten betaald worden
Voor Kredietbanken geldt dat zij lagere rentes kunnen hanteren naarmate de gemeenten waarvoor zij werken, meer eigen middelen besteden aan het werk van de Kredietbank. Sommige Kredietbanken rekenen dus hogere rentes omdat zij hun uitvoeringskosten daarmee doorbelasten. Hun dienstverlening moet tenslotte ergens van betaald worden. Minister Hoekstra erkent in zijn voorstel dat sommige Kredietbanken nadeel zullen ondervinden van een verplichte verlaging.
In onze reactie via de internetconsultatie inzake het wetsvoorstel van minister Hoekstra hebben we uitgelegd hoe het doorbelastingsmechanisme werkt. Ook leggen we uit dat bij saneringskredieten rente en kosten worden betaald door de schuldeiser en niet door de hulpvrager.
Compensatie is nodig
Een verplichte renteverlaging slaat een gat in de begroting van Kredietbanken. We zijn voorstander van een zo laag mogelijke rente, daar streven we ook naar. Maar een verplichte verlaging betekent dat Kredietbanken gecompenseerd moeten worden voor uitvoeringskosten die ze nu nog kunnen doorbelasten in de rente. We hebben daarom minister Hoekstra voorgesteld in overleg met de VNG afspraken te maken met gemeenten om onze leden hierin te compenseren.
Minder toegankelijk
In de reactie op het wetsvoorstel wijzen we ook op de ongewenste ontwikkeling dat sociale leningen minder toegankelijk worden als de rente verplicht verlaagd wordt. We delen de analyse van het Nibud hierover. Dat instituut heeft op verzoek van minister Hoekstra de voor- en nadelen van een tijdelijke verlaging van de rente geïnventariseerd. Het Nibud schrijft: ‘Het kan een verschuiving teweeg brengen naar langere looptijden, of bepaalde kredieten worden helemaal niet meer aangeboden, of niet meer aan bepaalde huishoudens’. Wij zien dat risico met name voor kleine kredieten. Die zijn administratief duur en brengen statistisch gezien een hoger risico met zich mee.
Ten aanzien van commerciële leningen vinden wij goede voorlichting belangrijk. Het is dus wat ons betreft positief dat je in een winkel niet meer ter plekke een krediet aangeboden kan worden. We ondersteunen goede voorlichting vooraf, deugdelijke incasso mocht het mis gaan èn bereidheid om verlies te nemen als blijkt dat iemand niet kan betalen. Dat verlangen wij ook van kredietverleners en schuldeisers die wij bij ons werk tegenkomen.