“In de Wsnp staat boetedoening centraal”
In zijn laatste rapport stelde de Ombudsman vragen bij de overgang tussen Msnp en Wsnp. Voor hulpvragers is schuldhulp een hindernisbaan zonder finish, stelde ombudsman Reinier van Zutphen. De NVVK organiseerde daarom een bijeenkomst over dit onderwerp.
Manager Budgetbegeleiding in de gemeente Den Haag (en NVVK-bestuurslid) Jan van der Hulst ging tijdens die sessie in gesprek met de ombudsman. Ook gaf hij zelf zijn visie op het onderwerp. Hieronder een weergave van zijn inbreng.
“Ons gaat het erom om zo snel mogelijk de band met de schuldeiser door te snijden. Als je die te lang laat bestaan, blijft er spanning bij de mensen”, is het uitgangspunt van Jan van der Hulst. Daarom zet Den Haag zo vaak mogelijk saneringskredieten in om schulden te regelen. “Als de stress eenmaal weg is, zien wij dat mensen met begeleiding door ons weer snel kunnen opkrabbelen.”
Minnelijk heeft de voorkeur
Vanuit dat uitgangspunt is Van der Hulst gereserveerd over de Wsnp. “Als ik dat driejarige traject bekijk, waarin de band met de schuldeisers blijft bestaan, en waarbij je elke keer een strenge rechter tegenover je krijgt tegenover wie je elke keer weer verantwoording moet afleggen…dan ligt mijn voorkeur toch bij het minnelijke traject. Zeker als je telkens moet bewijzen dat je gesolliciteerd hebt terwijl je in een vrij kansloze situatie zit.”
“Wanneer is de Wsnp wat mij betreft de aangewezen weg? Bijvoorbeeld als iemand lang dakloos is geweest, en we krijgen de schuldpositie niet helder. Dan zou de Wsnp een hele mooie oplossing kunnen zijn. Want na drie jaar wordt de schone lei verleend, dan hebben we niet meer te maken met schulden die nog bven kunnen komen vanuit de situatie van dakloosheid. In dat soort situaties is het heel erg fijn dat er een wettelijk instrument is wat ons kan helpen om de schuldenpositie van zo iemand op te lossen. Als het minnelijk echt niet gaat, in die gevallen sluit ik graag aan bij snelle toegang tot de Wsnp. Waarbij er wel een mooie aansluiting moet zijn op het minnelijke traject”.
Van perspectief naar boetedoening
Met die aansluiting zit het nu niet goed, vindt Van der Hulst. “Wij kiezen ervoor om onze hulpvragers stress-sensitief te benaderen. We zijn er voor de klant, we maken kleine stapjes, we geven hem kleine duwtjes in de goede richting. We werken heel anders dan een paar jaar geleden. We begeleiden, we zorgen voor een duurzame oplossing en proberen stress zoveel mogelijk weg te nemen.”
“Als we te maken hebben met 1 of 2 schuldeisers die op de bal blijven zitten en niet meegaan, dan zetten we op enig moment de stap naar de rechter voor een dwangakkoord. Maar als we dat doen komt onze klant opeens in een heel ander verhaal terecht! Dat gaat niet meer over stress-sensitief, mensen gaan van een wereld waarin wij proberen perspectief te brengen naar een wereld waarin boetedoening centraal staat. De afstand tussen die twee benaderingen is heel groot.”
Sensitief werken heeft resultaat
Maar waar schuldhulpverleners prat gaan op hun sensitiviteit, is daar ook kritiek op. Leidt de benadering in de minnelijke schuldhulpverlening niet tot ‘pamperen’, wilde een van de deelnemers aan de Donderdagmiddagsessie weten. Die gedachte werpt Van der Hulst ver van zich. “Je zoekt contact met een klant op het niveau dat hij aankan. In het verleden zagen we vaak dat tegen een klant werd gezegd: zorg eerst maar eens dat je een schuldenoverzicht bij elkaar krijgt. Dat gaat natuurlijk helemaal niet lukken! Dat is een administratieve opdracht die je aan iemand geeft die die vaardigheden waarschijnlijk niet heeft. Dat zagen we in Den Haag dan ook: van de 3000 mensen die zich bij ons meldden, kwamen er meteen al 1000 niet terug na het eerste gesprek. Omdat we uitgingen van ons proces, niet van de klant."
Lagere uitval
Als je op een andere manier met die klant omgaat hou je ze wel bij je, is der ervaring van Van der Hulst. “Met die stress-sensitieve benadering hebben we nu een uitval van minder dan 10 procent in plaats van 30 procent. Dus ik geloof er heel erg in. We zetten kleine stapjes, we laten het bij de klant, die moet het doen. Laten we alsjeblieft niet roepen dat dat pamperen is. Het is aansluiten bij de situatie, bij de vaardigheden van de klant, om hem zo verder te helpen.”
Van der Hulst kijkt wel met enige jaloezie naar de kracht van de wet in het Wsnp-traject. “Er zijn veel schuldeisers waar we heel blij mee zijn. Die werken mee. Maar er zijn ook een aantal notoire schuldeisers die blijven wachten tot het laatste moment en dan toch de poot stijf houden. En we weten allemaal, in Den Haag hebben we dat onderzocht, dat die houding zo ontzettend weinig méér oplevert. Voor alle schuldeisers."
Kracht van Wsnp inbrengen in Msnp
“Het zou in mijn ogen ons heel erg helpen als we met kracht van wet of van regelgeving zouden kunnen zeggen: driekwart van de schuldeisers is akkoord, zowel in bedrag als in aantal, laten we niet meer moeilijk doen. Dat er een soort mandaat bij de gemeente komt om te kunnen zeggen: leuk bedacht weigerachtige schuldeiser, maar wij kunnen hier niets mee. Je hebt nu mee te gaan. Een stukje kracht vanuit de Wsnp in het minnelijk traject, dat zou ik wel heel erg mooi vinden.”