Overslaan en naar de inhoud gaan

‘Ook bij Wsnp-traject moet gemeente betrokken blijven’

‘Ook bij Wsnp-traject moet gemeente betrokken blijven’

22 oktober 2020

In zijn laatste rapport stelde de Ombudsman vragen bij de overgang tussen Msnp en Wsnp. Voor hulpvragers is schuldhulp een hindernisbaan zonder finish, stelde ombudsman Reinier van Zutphen. De NVVK organiseerde daarom een bijeenkomst over dit onderwerp.

Hans LagendaalEen van de sprekers was Wnsp-bewindvoerder Hans Lagendaal, bestuurslid van de Beroepsverenging Bewindvoerders Wsnp (BBW). Hij benadrukte in zijn bijdrage dat de Wsnp-bewindvoerder van nu een andere is dan die van vroeger.

Lagendaal: “Sinds de inwerkingtreding van de Wsnp zijn ruim 227.000 mensen toegelaten. Het slagingspercentage is momenteel 93%. Gemiddeld heeft het altijd boven de 80% gelegen. We slagen er dus blijkbaar goed in om cliënten te motiveren. Maar het beeld van wat wij doen, klopt niet. Het beeld is dat Wsnp-bewindvoerders vooral achteroverleunen, alles maar een beetje laten gebeuren en daar af en toe over rapporteren naar de rechtbank. Dat wij botte, kille saneerders zijn die alleen maar bezig zijn met de belangen van schuldeisers. En die geen oog zouden hebben voor de mensen met schulden.”

Van toezichthouder naar casemanager

“In werkelijkheid voelt de Wsnp-bewindvoerder zich steeds minder toezichthouder en steeds meer casemanager. Op het moment dat de Wsnp-toelating is uitgesproken is het mijn pakkie-an om ervoor te zorgen dat de persoon met schulden een zo goed mogelijke kans op een schone lei krijgt. Daar zet ik ook een stapje extra voor als dat nodig is.”

“Als beroepsgroep hebben we daar nog wel een slag in te maken, zeg ik erbij. Sommige Wsnp-bewindvoerders moeten de ontwikkeling die ik schets nog doormaken. Maar het is wel de kant die we op moeten”, aldus het BBW-bestuurslid.

Gemeentelijke taak blijft

Lagendaal: “Minnelijke schuldhulpverleners willen dichtbij de klant blijven staan. Ze denken dat dat in de Wsnp niet gebeurt. Maar waarom zou je de elementen waar het om gaat niet ook kunnen inzetten in het wettelijk traject? In een pilot in Den Haag doen we dat al. Daar zetten we budgetbeheer en maatschappelijk werk in om te zorgen dat de klant de eindstreep met de schone lei haalt.”

Bij huisbezoeken aan cliënten waar ook een gemeentelijke vertegenwoordiger bij aanwezig is, hoort Lagendaal nog weleens zeggen: ‘u bent er nu, budgetbeheer is nu niet meer nodig’. Lagendaal: “Dat is een misvatting, wij zijn nog geeneens bevoegd om budgetbeheer te doen. Het is heel belangrijk dat de gemeente haar taak blijft vervullen, ook als iemand is toegelaten tot de Wsnp. Er moet vaker overleg zijn, dat kan alleen maar tot betere resultaten leiden. De recidive is bij ons 11 %; enerzijds is dat niet veel, anderzijds moeten we dat cijfer verder omlaag brengen vind ik.”

Overbodig werk voorkomen

Lagendaal is enthousiast over de gezamenlijke brief die de BBW samen met de NVVK richtte aan de rechterlijke macht. Daarin vragen de twee om nader overleg om de toegang tot de Wsnp te vergemakkelijken voor mensen van wie vrijwel meteen duidelijk is dat de Msnp geen oplossing gaat bieden. “We zijn allemaal dit vak ingegaan omdat we een oplossing willen bieden voor mensen met schulden. Dat dragen wij als BBW uit, en dat draagt de NVVK ook uit. Ik ben erg blij met ons gezamenlijke initiatief. Zo kunnen we overbodig werk voorkomen”, aldus Lagendaal.

Overleg biedt winstkansen

Een standaard overlegmoment met de gemeentelijke hulpverlener zodra de Wsnp-bewindvoerder kennis heeft gemaakt met een nieuwe cliënt: Lagendaal is er een groot voorstander van. “Dat is hét moment om te overleggen over aandachtspunten, of er trajecten zijn die door moeten lopen, en hoe we dat kunnen doen.”

“Ik maak met enige regelmaat mee dat een hulpverlener waarvan ook de rechter vindt dat die een rol heeft te spelen in het traject, bij een toelatingszitting staat te vertellen: ‘natuurlijk, ik blijf betrokken bij deze klant’. En wij komen er vervolgens na een half jaar achter dat de WMO-indicatie kennelijk is vervallen en dat de hulpverlening in geen velden of wegen meer te zien is. Dat is heel frustrerend, en het is ook zonde van het geld dat met alle inspanning voor een Wsnp-traject gemoeid is. Ook daar is winst te halen.”