Rechters: onze drempel is niet hoog, kom langs!
Hoe verbeteren we aansluiting minnelijke schuldhulp op Wsnp?
Een hindernisbaan zonder finish, zo omschreef de Nationale ombudsman vorig jaar de route van Msnp naar Wsnp. Waar komt dat door? Ontbreekt het schuldhulpverleners aan lef? Is het gebrek aan kennis? Zijn de procedures te uitgebreid en dus te duur? De grote vraag is waar het probleem precies zit.
Schuldhulpverleners wijzen nogal eens naar de rechter als oorzaak voor de problematische aansluiting tussen ‘minnelijk’ en ‘wettelijk’. De drempels zouden te hoog zijn, de cultuur te formeel, de verhoudingen te afstandelijk. Vorig najaar hadden we over dit onderwerp daarom een gesprek met alle belanghebbenden (pdf, 2,8 MB)
Opnieuw in gesprek
Onlangs hadden we als NVVK opnieuw een gesprek hierover met rechters van RECOFA, de G4-gemeenten, bureau Wsnp en vertegenwoordigers van de Wsnp-bewindvoerders verenigd in de BBW. We probeerden wat dieper af te steken door via casussen na te gaan hoe de toegang tot de Wsnp verbeterd zou kunnen worden.
Hamvraag was hoe schuldhulpverleners en rechters omgaan met de ‘met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen’ (artikel 285 Faillissementswet). Als rechters zeggen: ‘zet maar een dwangakkoord in’ terwijl er tientallen schuldeisers zijn, dan is de kans dat er een schuldeiser nog niet in beeld is, levensgroot. Daar kan een Wsnp-aanvraag vervolgens op stuklopen.
Rechters moeten dus begrijpen dat zo’n aanpak niet uitvoerbaar is. Als schuldhulpverleners een dossier aanleveren waarin rechters fouten ontdekken, dan moeten schuldhulpverleners begrijpen dat zo’n dossier leidt tot ‘niet-ontvankelijkheid’.
Twee werelden
In beide situaties is de schuldenaar degene die met lege handen achterblijft. Maar we vinden dat hulpvragers er niet de dupe van moeten worden dat schuldhulpverleners en rechters in twee werelden leven. We zijn daarom juist op zoek naar bredere mogelijkheden om, na een snelle triage door de gemeente, de doorgeleiding naar de Wsnp met succes in te zetten en af te ronden.
De wetgever heeft een voorstel gedaan om de Wsnp toegankelijker te maken. De NVVK heeft hier overwegend positief op gereageerd. De politiek deed daar nog een stapje bovenop door de motie Van Beukering-Huijbregts aan te nemen die oproept tot onderzoek om het minnelijke en wettelijke traject samen te voegen.
Meer snelheid halen
Het is nu ook aan de uitvoering om de handschoen op te pakken, vinden wij. Vandaar onze gesprekken met de rechterlijke macht, en het is ook de reden dat de NVVK startte met een nieuw project: ‘Minder regeldruk, klant voorop’. Daarin onderzoeken we waar meer snelheid te behalen is:
- We onderzoeken samen met bureau Wsnp de behoeften en mogelijkheden die er zijn om schuldhulpverleners inhoudelijk te ondersteunen als ze actief zijn op het snijvlak van Msnp en Wsnp
- We organiseren een pilot ‘Niemand alleen naar zitting’, waarin we onderzoeken wat het effect is als een hulpvrager begeleid wordt door een schuldhulpverlener bij de Wsnp-zitting
- We brengen het traject ‘van minnelijk naar wettelijk’ met klantreizen in beeld, om knelpunten maar vooral ook mogelijkheden in kaart te brengen.
Bij het project zijn ook ministeries en partners uit de branche betrokken.
Stuur je eigen ervaring op
Voor het vervolg zijn we op zoek naar ervaringen van leden rond dit onderwerp. Hoe is jullie contact met je lokale rechtbank? Welke casus uit je caseload zou een snelle route naar de Wsnp rechtvaardigen? Heb je voorbeelden van afwijzingen waar volgens jou de uitkomst echt anders had moeten zijn? Ken je voorbeelden waarbij het juist wel allemaal soepel en snel ging? Laat het ons weten: r.vanderschaaf@nvvk.nl