Altijd een aanbod aan schuldeisers
NVVK-leden tevreden met nieuwe berekening afloscapaciteit
Onderzoek onder NVVK-leden wijst uit dat ongeveer tweederde van de ondervraagde leden tevreden is met de nieuwe manier waarop we de afloscapaciteit van hulpvragers berekenen. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat sommige leden meer ruimte willen voor eigen keuzes in het berekenen van de afloscapaciteit. Daarover gaat het NVVK-bestuur de komende tijd in gesprek met leden en schuldeisers.
Sinds 1 januari van dit jaar is het gebruik van de vaste aflostabel beëindigd. Dit was noodzakelijk omdat er wettelijke belemmeringen zijn, zoals de Wgs en de nieuwe Beslagwet, die het gebruik van een vaste aflostabel niet toestaan.
Nieuwe berekeningsmethode
In reactie daarop heeft de NVVK een andere berekeningsmethode ontwikkeld voor het vaststellen van de minimale afdracht. De insteek daarbij was vooral om - binnen de wettelijke mogelijkheden - te komen tot een eenvoudig hanteerbare en uniform toepasbare werkwijze. De nieuwe berekeningsmethode vind je hier.
Zodra iemands afloscapaciteit - zoals berekend met het Vtlb - lager is dan de norm van 5% van de van toepassing zijnde Participatiewetnorm, wordt alle ruimte boven de beslagvrije voet ingezet voor de afdracht. De 5%-normen zijn op dit moment 54 en 77 euro per maand. Als vereniging houden we daarmee vast aan het uitgangspunt dat we altijd een aanbod aan schuldeisers willen doen.
De nieuwe werkwijze heeft de afgelopen maanden weinig vragen en opmerkingen opgeleverd. Volgens afspraak hebben we de nieuwe werkwijze wel geëvalueerd, onder andere door een enquête onder de leden om daarmee een advies aan het NVVK-bestuur uit te brengen over de voortzetting van de nieuwe werkwijze. Op de enquête reageerden 70 mensen.
Uniformiteit in aanbod
Ongeveer 2/3 van de onderzoeksdeelnemers kan zich vinden in het nieuwe beleid. Vooral omdat er altijd een aanbod aan schuldeisers wordt gedaan, dat bovendien vaak hoger ligt dan in een Wsnp-traject. De uniformiteit die voortvloeit uit een gemeenschappelijk aanvaarde berekening wordt ook gewaardeerd door de leden. De extra inspanning die de nieuwe werkwijze soms met zich meebrengt neemt men voor lief, omdat men weet dat er ook geen andere opties zijn.
Voor 1/3 van de enquêtedeelnemers geldt dat ze er anders over denken. Een deel van hen zou het liefst terugwillen naar wat wettelijk niet meer mag: een vaste aflostabel. Een ander deel wil nulvoorstellen (kunnen) doen als de aflossingscapaciteit onder een zeker minimum zakt. Weer anderen willen dat leden zelf kunnen kiezen wat ze doen, en dus afstappen van de uniforme aanpak.
In beide groepen vraagt men zich af:
- welk aanbod moet je nu eigenlijk doen als er heel weinig of geen afdracht mogelijk is?
- wat te doen met de in rekening te brengen kosten van de regeling (9% en 6 euro) en de werkelijke kosten van de uitvoerders?
- is een nulaanbieding een optie?
- hoe verhoudt onze werkwijze zich tot de werkwijze in de Wsnp?
- hoe gaan we om met schuldeisers die soms aangeven dat betalingen van enkele euro's of zelfs centen niet wenselijk zijn?
Helaas zijn sommige leden/ gemeenten gestopt met hun jongerenaanpak omdat ze weinig mogelijkheden zien voor afloscapaciteit bij jongeren. Ook dat leidt tot vragen. Anderen overtreden de wet door de oude aflostabel te blijven hanteren, weer anderen doen toch een nul-aanbod. Het risico van onderlinge verschillen in beleid is dat we de eenheid die we altijd konden uitstralen naar schuldeisers hierdoor verliezen.
Gespreksronde over aflossen
Het NVVK-bestuur heeft kennisgenomen van de enquêteresultaten en acht het van belang om voor de komende periode de uniformiteit te bewaren en rust te creëren. Daarom heeft het bestuur besloten om de huidige nieuwe werkwijze vooralsnog in stand te houden. Tegelijk stelt het bestuur vast dat het goed, gewenst en noodzakelijk is om met elkaar (leden, Kredietbanken schuldeisers en deskundigen) in gesprek te gaan over de toekomst van het aflossen en het berekenen van aflossingscapaciteit en de afdracht. Dat gesprek zal het verenigingsbureau de komende maanden faciliteren. De evaluatie is daarmee dus nog niet afgerond.