Lector Tamara Madern: heb meer aandacht voor preventie
'De gemeente, voor al uw geldvragen'
Hoe kan schuldhulpverlening in de toekomst nog beter worden? Naar aanleiding van ons jubileumjaar leggen we die vraag voor aan lector Schulden en Incasso Tamara Madern van de Hogeschool Utrecht. Haar antwoord: denk creatiever, benut vaker nieuwe technologie en zet in op meer preventie.
Dr. Tamara Madern is sinds 5 jaar lector Schuldpreventie en Vroegsignalering aan de Hogeschool Utrecht. Hoe kijkt zij naar de toekomst van schuldhulpverlening en de rol van de NVVK daarbij?
Madern: ‘Allereerst ben ik blij dat de NVVK er is. Schuldhulp is een versnipperd veld, terwijl samenwerking cruciaal om is vernieuwing van de grond te krijgen. Een gemeente alleen kan niet zo heel veel betekenen. Ook omdat innovaties vaak vragen om grotere investeringen. De NVVK heeft zich de laatste jaren juist op grote projecten gericht.’
Wees creatiever
Ze juicht het toe dat de ontwikkelingen elkaar de laatste jaren snel opvolgen. Er is meer aandacht voor de menselijke maat, meer verbinding tussen verschillende initiatieven. Toch mag het van haar nog wel wat sneller. ‘In het sociaal domein loop je altijd een beetje achter bij technologische ontwikkelingen. Terwijl die juist waardevol kunnen zijn in de schuldhulpverlening, waar zoveel professionals met elkaar te maken hebben en wet- en regelgeving vaak leidend is. Er zijn heel veel innovaties en pilots, maar vaak een beetje dezelfde. De grote snelle veranderingen komen vaak van buitenaf. Denk aan ondersteunende apps. Ik wens schuldhulpverleners meer creativiteit toe in de eigen gelederen.’
Gebruik nieuwe mogelijkheden
Welke kansen biedt technologie dan? Volgens Madern kan je budgetbeheer voor een groot deel door technologie laten overnemen: je kunt delen van je eigen bankrekening bijvoorbeeld blokkeren zodat je er de huur mee kan betalen. Banken zouden dat mogelijk moeten maken. Dan houdt een schuldhulpverlener tijd over voor diepergaande gesprekken met een hulpvrager: 'kom je eruit, wat heb je nog meer nodig?' Zorg ook dat professionals in de keten makkelijker kunnen opzoeken welke risico’s een inwoner loopt. Met adaptieve e-learnings voor bijvoorbeeld buurtteamwerkers kun je ze kennis van financiële hulpverlening bijbrengen.'
Eerder hulp, langer nazorg
Madern constateert dat schuldhulp zich steeds meer uitbreidt. 'Van alleen saneren, puur curatief, kwam eerst de stabilisatiefase erbij en nu vroegsignalering.' Als het aan haar ligt zouden schuldhulpverleners de nazorg nog meer moeten oppakken en ook inzetten op de fase vóór vroegsignalering. 'Want dan zijn er vaak al flinke schulden. Die wil je voor zijn. Dat ook inwoners met een kleine betalingsachterstand zich kunnen melden en hulp krijgen.'
Die hulp zou de vorm kunnen hebben van digitale budgethulp waarmee inwoners automatisch kunnen sparen. Dat is bovendien aantrekkelijk te maken door er een beloning aan te koppelen. 'Zo zijn veel geldproblemen te voorkomen, of in elk geval escalatie ervan', is de overtuiging van Madern. 'Tenzij iemand echt geld tekortkomt om van te leven. Dan moet je ook wat schulden kwijtschelden. Er zijn al verhuurders die de huur eenmalig of tijdelijk hebben verlaagd.'
Zet in op preventie
Het belangrijkste vindt Madern preventie: educatie en voorlichting waardoor inwoners zelf voorkomen dat ze geldproblemen krijgen. Dat is ingewikkeld omdat je moeilijk kan becijferen wat preventie oplevert. En de grote hausse aan mensen die al schulden hebben ben je niet zomaar kwijt. Schuldpreventie vraagt om een omslag in denken bij schuldhulpverlening. Madern: 'Niet: hoe pak ik mijn stukje op de keten', maar: verantwoordelijkheid nemen voor de hele keten. Ik wens de NVVK een kritische blik toe op haar werk. Zitten de hulpvragers van onze leden echt in het goede traject? En als ze in een traject zitten, zitten ze dan op de goede plek? Ik hoor wel dat tegen mensen met 1.000 euro schuld werd gezegd: 'er is niet zoveel aan de hand, kom maar terug als de schuld groter is.' Als je dat al doet, verwijs dan in ieder geval door naar iemand anders die wel in die fase hulp kan bieden.'
Maak bekend wat je biedt
Dat brengt haar op een andere kwestie. ‘Vaak verandert de schuldhulpverlening iets aan de achterkant, maar neemt dan niet iedereen in de bredere maatschappelijke keten mee in de implementatie ervan. Dan denkt een wijkteammedewerker bijvoorbeeld nog steeds dat een ondernemer geen schuldhulp krijgt van de gemeente.’ Veranderingen lijken vervolgens ten onrechte niet succesvol. 'Alles wat je doet moet zijn weg vinden naar iedereen die kan doorverwijzen', aldus Madern.
Zijn er andere partijen in de brede keten die meer zouden kunnen doen aan preventie? Volgens Madern is dat vaak lastig: ‘We hebben nu eenmaal aan rollen uren toegekend, zodat professionals vaak geen tijd hebben om aandacht te besteden aan geldzorgen. Huisartsen hebben bijvoorbeeld maar 10 minuten per patiënt. En we kunnen scholen wel vragen een gastles over geld te geven, maar scholen krijgen zo’n verzoek al voor zoveel thema’s.’
Om dat laatste probleem op te lossen pleit Madern voor leerlijnen die algemene levensvaardigheden ontwikkelen zoals weerbaarheid, hulp durven vragen, plannen. 'Die kun je de ene keer aan geld koppelen en de week daarop aan bijvoorbeeld loverboys, zodat je die onderwerpen niet allemaal lost hoeft te agenderen.'
Zorg voor laagdrempelige producten
Bij veel mensen leeft het beeld dat schuldhulp alleen voor mensen is die diep in de schulden zitten. Daar kan de branche volgens Madern iets aan doen door zich anders te profileren. Door te zeggen: je kunt hier altijd binnenlopen, met welke geldvraag dan ook. 'Dan zijn daarvoor wel andere producten nodig. Je hebt nu gastlessen over geld en dan heel lang niets tot de laagdrempeligste vorm van hulp: de adviesgesprekken. En mensen hebben vaak net iets meer nodig dan de tijd die daarvoor staat', weet ze.
Met betere financiële educatie, tijdige signalering van beginnende geldproblemen en het benutten van technologische mogelijkheden moet het volgens Madern mogelijk zijn om veel leed te voorkomen: ‘Ik hoop dat het over 20 jaar zover is dat de grote groep die vroeger problematische schulden kreeg helemaal niet meer in de problemen komt.’