'Ten einde raad klopten we aan bij de Sociale Dienst'
Deze ondernemers slepen hun schulden al 15 jaar met zich mee
Al tijdens de economische crisis van 2008 begonnen de financiële problemen. En nu pas is voor metselaar Bert en zijn vrouw Inge het einde in zicht. In december 2021 kon het echtpaar beginnen aan hun schuldsanering. 'We hebben dikke pech gehad', kan Bert alleen maar concluderen.
'Ik had een metselbedrijf met vijftig werknemers', vertelt Bert. 'We hanteerden altijd al lage tarieven, maar de bankencrisis in 2008 deed ons de das om. Ineens gingen de tarieven nog eens met zo'n 30 tot 40 procent naar beneden. We moesten óf mensen ontslaan óf meegaan in de prijsdaling en er elke week op inleveren. Alleen: mensen ontslaan kost ook geld, die moet je een ontslagvergoeding meegeven. Maar we hadden geen keuze.'
Tot 2010 konden ze het bedrijf nog ternauwernood draaiend houden, in 2011 werd het faillissement aangevraagd. Zijn vrouw Inge had gelukkig sinds half 2011 een baan, en ook Bert ging na het faillissement weer aan de slag, nu als zzp'er.
10 jaar doorworstelen
De financiële last werd ondertussen echter alleen maar groter. Nét voor de crisis was de bouw van hun nieuwe huis begonnen, tijdens de crisis raakten ze hun oude huis aan de straatstenen niet meer kwijt. 'Toen zaten we met twee huizen', vertelt Inge. 'De hypotheek konden we niet meer betalen. Als het bedrag geïncasseerd was, storneerden we dat. Maar dat kun je natuurlijk niet blijven doen.' Op een gegeven moment trok de bank een streep. 'Onze achterstand was te groot geworden.'
Bert: 'We gaven aan dat we graag in de schuldsanering wilden vanwege de hoge hypotheekrestschuld, maar daar gaf de bank geen toestemming voor. We verdienden te veel, volgens hun criteria.' Bij de bank kregen ze bovendien diverse keren te maken met nieuwe contactpersonen. 'Onze vertrouwenspersonen vertrokken en wij kregen steeds met nieuwe relaties te maken. Zo hebben we een jaar of 10 doorgeworsteld met de bank.'
In de goot
Ze probeerden wel steeds af te lossen, maar de achterstanden hoopten zich op. Op een dag kregen ze een brief van weer een nieuwe medewerker, met daarin drie mogelijke oplossingen. 'De bank eiste feitelijk dat we de restschuld in één keer terug zouden betalen', vat Bert samen. 'Dat ging om een paar ton. Onhaalbaar voor ons, dan zouden we in de goot belanden.'
Ten einde raad klopten ze aan bij de afdeling Schulddienstverlening van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSDKRH). Deze organisatie verzorgt onder andere financiële hulpverlening. Dat doet zij voor de deelnemende gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist.
Hulpverlener Edsmayda Doran maakte samen met Bert en Inge een berekening. 'We hebben bij de bank aangegeven dat geen van de drie opties haalbaar was met het beschikbare budget. Maar de bank liet in een brief weten dat er een keuze gemaakt móest worden.'
Edsmayda: 'We hebben eerst gekeken of een BBZ-krediet mogelijk was. Dat was geen optie omdat mevrouw een inkomen uit loondienst heeft. Toen hebben we aangegeven dat we een schuldregeling wilden starten. Aan de hand van de cijfers en de aangiftes constateerden wij dat het bedrijf van Bert levensvatbaar was. We hebben daarom geen apart levensvatbaarheidsonderzoek laten doen, we konden ons direct richten op de spaarsanering.'
In maart 2021 begon de regionale Sociale Dienst (RSD) met het opvragen van de vorderingen, in december was de regeling pas akkoord. 'Het voortraject duurde veel langer dan de 12 weken die er gemiddeld voor staan, omdat ook de Belastingdienst schuldeiser was. Die wilde heel veel informatie omdat Bert zzp'er is.'
'Pauzeknop zou mooi zijn'
Als je te maken krijgt met een ondernemer met schulden, probeer dan om 'naast de klant te gaan staan', adviseert Edsmayda. 'Wij vragen heel veel informatie op en stellen net zoveel vragen totdat we precies weten wat er is gebeurd en hoe de huidige situatie is.'
De gemeente waar Bert en Inge wonen heeft er bewust voor gekozen om de schuldhulpverlening aan ondernemers zelf te doen en geen extern bureau in te schakelen. Daar heeft Edsmayda van geleerd dat er dan wel voldoende tijd nodig is. 'Schuldhulpverlening aan ondernemers kan best complex zijn, vooral als het gaat om zekerheden van schuldeisers of wanneer er meerdere schuldeisers zijn. Vaak willen schuldeisers dat de schulden zo snel mogelijk worden ingelost. Maar het is juist belangrijk om de tijd te nemen zodat je samen met de klant het probleem in kaart kunt brengen. Het mooiste zou zijn als er een pauzeknop ingedrukt kon worden.'
Advies over bedrijfsvoering
De RSD geeft ondernemers met schulden ook adviezen over de bedrijfsvoering. 'Bij Bert was de boekhouding gelukkig redelijk op orde. Met zijn boekhouder hebben we besproken welk bedrag we uit het bedrijf konden halen voor privégebruik en wat er maandelijks betaald moet worden voor de voorlopige aanslag.'
Het is belangrijk dat je als gemeente niet op de stoel van anderen gaat zitten, tipt Edsmayda. 'Blijf op je eigen werkveld. Luister goed naar wat de klant nodig heeft en schakel hulp in als dat nodig is, bijvoorbeeld van ketenpartners, een boekhouder, stichting Over Rood, het Instituut voor het Midden en Kleinbedrijf (IMK).'
Ze adviseert ook om collega's die nog geen ervaring hebben met schuldhulpverlening aan ondernemers, de kans te geven hier kennis en ervaring mee op te doen. 'En laat ze er vervolgens gewoon mee beginnen. In de praktijk leer je veel meer dan op papier.'
Vrij van schulden
Ze geeft aan dat de samenwerking met Bert en Inge heel prettig was. 'De wil om de schulden op te lossen was duidelijk aanwezig.' Ook Bert en Inge zijn er tevreden over. 'Wij hebben alle vertrouwen in Edsmayda', zegt Inge.
De schuldsanering betekent wel een spannende tijd, is Berts ervaring. 'Het is een zwaar traject, we moeten iedere cent omdraaien. Eigenlijk zou mijn versleten heup vervangen moeten worden, maar we hebben nu eerst het einddoel voor ogen: vrij van schulden zijn. En ach, we leven al zo'n 15 jaar met spanning en stress. Toen we hoorden dat de schuldsanering mogelijk bleek te zijn, was dat voor ons een opluchting. Eindelijk duidelijkheid. Ik ben bijna 60, ik wil ook eens aan mijn pensioen gaan denken. Het is een rottijd geweest, maar straks zijn we vrij!'