Na dwangakkoord nieuwe berekening uitdeling
Rechter ontmoedigt beslagleggen door weigerende schuldeiser
Een lopend loonbeslag bij een schuldregeling die geweigerd wordt, levert in de toekomst minder voordeel op. Dat is het gevolg van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De uitspraak betekent extra werk voor schuldregelaars.
De Amsterdamse rechtbank heeft geoordeeld dat de verdeling van de beschikbare afloscapaciteit opnieuw berekend moet worden na het toewijzen van een dwangakkoord. Dat hoeft niet altijd overigens. Deze eis geldt alleen wanneer er sprake is van een lopend inkomensbeslag dat een vordering verlaagde. Door de rechterlijke uitspraak vervalt voor schuldeisers een deel van het voordeel dat ze verkrijgen door het incasseren van loonbeslag tot aan de uitspraak inzake een dwangakkoord.
Gelijkheid bevorderen
De rechtbank wil met haar oordeel bereiken dat 'de gelijkberechtiging van schuldeisers niet nog meer onder druk komt te staan dan reeds het geval is door het tijdens het minnelijk traject door de weigerende schuldeiser gelegde loonbeslag'.
Vordering opnieuw berekenen
Voor schuldregelaars betekent de uitspraak extra werk. Tot nu toe konden zij volstaan met de vordering die vastgesteld werd op het moment dat een schuldregeling startte. In het vervolg moeten zij, als er sprake is van een lopend inkomensbeslag, na toewijzing van een dwangakkoord de vordering herzien. Vervolgens moeten ze een nieuwe berekening maken van de verdeling van de afloscapaciteit over de verschillende schuldeisers.
Daarbij moeten ze dus meenemen dat de openstaande schuld van de hulpvrager bij de schuldeiser die loonbeslag legde in de tussentijd verminderd is. Het meerekenen leidt tot een hogere opbrengst voor de overige schuldeisers, en een lagere opbrengst voor de beslagleggende schuldeiser.