Nationale ombudsman publiceert onderzoek
‘Vroegsignalering moet beter, en dat kan ook’
‘Er zijn grote verschillen in de moeite die gemeenten doen om burgers te bereiken na ontvangst van een signaal’, schrijft de Nationale ombudsman in een rapport over vroegsignalering. Hij pleit voor landelijk vastgelegde ‘minimumvereisten’ in de omgang met het onderwerp.
Vroegsignalering is een waardevol instrument, noteert de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in zijn rapport ‘Hoe eerder hoe beter, Vroegsignalering van schulden door gemeenten’.
Bij vroegsignalering benaderen gemeenten inwoners proactief in een zo vroeg mogelijk stadium, waardoor dreigende problematische schulden kunnen worden voorkomen. Tegelijk concludeert de Ombudsman in zijn rapport dat het voor gemeenten niet meevalt om op basis van de signalen in te schatten hoe groot de financiële problemen van inwoners nu precies zijn.
Informatiebeperkingen
‘Vastelastenpartners mogen (…) niet veel informatie verstrekken bij het doorsturen van signalen. Dit maakt het voor gemeenten lastig om te bepalen op welke manier zij het best contact kunnen zoeken met een burger’, schrijft Van Zutphen.
Hij reikt ook een aantal oplossingen aan voor dit probleem:
-
Gemeenten kunnen, binnen de wettelijke kaders, zo veel mogelijk beschikbare informatie combineren om een goed beeld te krijgen van de financiële situatie van de burger.
-
Verder kan een goede samenwerking tussen gemeenten en vastelastenpartners bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van signalen. ‘Gemeenten moeten erop kunnen vertrouwen dat de vastelastenpartners aan hun inspanningsverplichting (…) voldoen en het signaal terecht doorgeven’.
-
Een goede samenwerking kan ook zorgen voor meer bewustwording bij vastelastenpartners dat zij zich moeten inspannen om sociaal te incasseren. ‘Het is niet de bedoeling dat gemeenten deze taak overnemen via vroegsignalering’, waarschuwt de ombudsman.
Spreek minimumvereisten af
De ombudsman constateert verschil tussen gemeenten in inzet op vroegsignalering. ‘Gemeenten hebben bij de aanpak van vroegsignalering beleidsvrijheid. Er zijn geen strakke richtlijnen waaraan de aanpak moet voldoen, behalve dat gemeenten met alle signalen iets moeten doen’, noteert de ombudsman in zijn rapport. ‘Het is wenselijk dat de betrokken partijen minimumvereisten met elkaar afspreken waaraan de aanpak van vroegsignalering moet voldoen.’
Goede hulp afhankelijk van toeval
‘Of je goede hulp krijgt bij het voorkomen van en omgaan met schulden, hangt nu te veel af van je toevallige woonplaats’, schrijft Van Zutphen. ‘Dat is niet uit te leggen. Vroegsignalering moet beter. En we hebben gezien dat het ook beter kan.’
Respecteren om hulp te weigeren
Voor de professionals in dit werk heeft de ombudsman ook nog huiswerk. ‘Soms willen burgers geen hulp van de gemeente, omdat ze hun financiële problemen zelf willen oplossen of omdat ze nog niet inzien dat zij problemen hebben’, ontdekte de ombudsman.
‘Het is voor gemeenten de kunst om de juiste balans te vinden tussen het toewerken naar acceptatie van hulp en het respecteren van iemands keuze om deze hulp te weigeren. Vroegsignalering vraagt om (...) creatieve oplossingen (...) om de kans op contact en op acceptatie van de hulp te vergroten. Gemeenten zijn zich nog onvoldoende bewust dat ze stress-sensitief moeten werken om daadwerkelijk in contact te komen met deze doelgroep.’
Normaliseer het probleem
Hij adviseert gemeenten om duidelijker te maken dat financiële zorgen normaal zijn. ‘Normaliseren haalt de veroordelende toon weg, draagt bij aan een open basishouding en komt de samenwerking ten goede’, aldus het rapport.
Niet altijd wordt uit gehanteerde brieven en mails duidelijk dat de geboden hulp gratis en vrijblijvend is. Ook is niet altijd duidelijk wat burgers wel en niet van de gemeente kunnen verwachten bij deze hulpverlening. De onderzochte gemeenten merkten daarover op dat het uiteindelijk aankomt op de medewerkers in de uitvoering om in het persoonlijke contact goed uit te leggen wat vroegsignalering is en hoe de gemeente burgers kan helpen.
Investeer in medewerkers
Vroegsignalering vraagt om vakmanschap, concludeert de ombudsman. ‘Gemeenten moeten medewerkers inzetten die weten hoe ze om moeten gaan met burgers die geldzorgen hebben. Voor het bereiken van deze burgers zijn bijvoorbeeld goede gespreksvaardigheden nodig. Het niet of onvoldoende investeren in geschikte medewerkers die de tijd krijgen om zich te richten op vroegsignalering beperkt de mogelijkheden om burgers te bereiken en vroegsignalering tot een succes te maken.’
Dit zijn de aanbevelingen uit het rapport: