Overslaan en naar de inhoud gaan

Wat kan je missen, wat mag je houden?

NVVK verduidelijkt vaststellen vermogen bij start schuldregeling

Wat kan je missen, wat mag je houden?

30 oktober 2024

Bij een schuldregeling kijk je voor het vaststellen van de afloscapaciteit niet alleen naar het inkomen, maar ook naar eventueel vermogen. Hoeveel van dat vermogen kan je meetellen bij de afloscapaciteit?

Om ervoor te zorgen dat hulpvragers (ongeacht hun woonplaats) hierin gelijk behandeld worden, heeft de NVVK in een notitie beschreven hoe de vaststelling plaats moet vinden. Beleidsadviseurs van het verenigingsbureau hebben methoden voor de vaststelling van het vrij te laten vermogen verkend. Hun bevindingen zijn besproken in het kernteam Kwaliteit van de NVVK.

Het kernteam is groot voorstander van standaardisering, om gelijke behandeling te bevorderen. Tegelijk vindt het Kernteam enige keuzevrijheid gewenst, 'zodat de persoonlijke situatie meegenomen kan worden.'

Vrij vermogen ter hoogte van maximaal één vtlb

Uitkomst van het denkproces is dit: 

  • Buiten de afloscapaciteit valt: vermogen ter hoogte van maximaal eenmalig het maandelijks vrij te laten bedrag waar de betrokkene recht op heeft.

Dit is conform de werkwijze in de Wsnp. Daar geldt op basis van een arrest van de Hoge Raad deze richtlijn:

'Iemand moet in de eerste periode na toelating tot een schuldregeling in de gelegenheid zijn om lopende vaste lasten en kosten van levensonderhoud te voldoen, zodat niet direct achterstanden ontstaan in de eerste weken. Daartoe mag iemand een vrij te laten bedrag behouden, maar dit wordt gecorrigeerd voor vaste lasten die eventueel al voldaan zijn uit dit vrij te laten bedrag.'

Toeslagen laat je vrij

In de Msnp sluiten we hier nu dus op aan. De toevoeging van de term ‘maximaal’ geeft aan dat het vrij te laten vermogen in de eerste maand lager kan uitvallen als kosten die binnen het vtlb vallen, op het moment van toelating al betaald zijn. De hulpvrager heeft op deze manier precies genoeg geld voor hij de beschikking krijgt over het volgende vtlb.

  • Aan dit 'vrij te laten vermogen' mag toegevoegd worden: toeslagen die binnenkomen in de maand waarin de toelating tot de schuldregeling plaatsvindt.

Deze maandelijkse toeslagen zijn namelijk bedoeld voor onvermijdelijke uitgaven die de hulpvrager heeft. Toeslagen die tijdens de schuldsaneringsperiode binnenkomen (ook toeslagen die eerder of later binnenkomen maar die bedoeld zijn voor kosten tijdens de schuldsaneringsperiode) vallen sowieso in het vrij te laten bedrag, ze vormen daar onderdeel van.

  • Wanneer er in de maand van toelating voorzienbare andere kosten zijn (bijvoorbeeld het betalen van het eigen risico of verzekeringspremies), dan mogen die kosten ook afgetrokken worden van het af te dragen vermogen.

Het is ongewenst dat iemand die bijvoorbeeld gespaard heeft om zijn eigen risico te betalen, dat bedrag zou moeten inbrengen in de schuldregeling. Er ontstaan dan namelijk onmiddellijk problemen als kort daarna het eigen risico van de zorgverzekering betaald moet worden.

  • Andere specifieke 'geoormerkte' kosten of reserveringen kunnen –mits beargumenteerd- ook vrijgehouden worden.

De kernteamleden van de NVVK zijn blij met de notitie. 'Die voorziet in een behoefte, en het is goed om een gezamenlijke aanpak te hanteren', aldus de leden van het kernteam.  

Drie voorbeelden van behoud van vermogen

  1. Franks’ schuldregelingsovereenkomst gaat in op 23 november. Zijn vrij te laten bedrag vanuit zijn inkomen, dat op 24 november binnenkomt, is beschikbaar op 24/11.  Voor Frank wordt alleen – als dat aan de orde is- een door hem opgespaard bedrag(je) om zijn eigen risico te betalen voor de zorgverzekering vrijgelaten. Verder niets. De rest van het banksaldo vormt vermogen.
  2. Jessica’s schuldregelingsovereenkomst gaat in op 24 november. Haar vtlb is een dag eerder gestort (vanuit haar inkomen). Voor Jessica wordt eenmaal haar vrij te laten bedrag plus eventueel gespaard eigen risico –als dat aan de orde is- apart gehouden uit het banksaldo.
  3. Melvins schuldregeling gaat in op 10 november. Zijn vtlb (vanuit zijn inkomen) wordt op 20 november gestort. De huur voor november heeft hij aan het begin van de maand al betaald. Maar de afschrijvingen voor de zorgverzekering, zijn energieleverancier en enkele andere vaste lasten voor de komende maand komen later in de maand binnen. Voor hem hou je deze maand zijn vtlb aan met aftrek van de huur van november. Je zet dat bedrag apart uit zijn vermogen en zet ook een deel van zijn vermogen opzij waarmee hij zijn eigen risico voor de zorgverzekering kan betalen (dit laatste alleen wanneer dit aan de orde is).

Afwijkende omstandigheden

Let op:

1)  is het eigen risico dat betaald moet worden onderdeel van de schulden? En valt die schuld geheel onder de schuldregeling (of is de eigen risico-drempel al overschreden of betaald)? Dan houd je geen extra bedrag uit het vermogen vrij voor deze post, want hij is al onderdeel van de schuldregeling.

2) de notitie geldt voor alle soorten schuldhulpverlening, inclusief hulp aan ondernemers en jongeren. Maar bij hulp aan ondernemers gelden soms aanvullende criteria vanwege specifieke (nood)zakelijke afwegingen. Denk aan het belang van een bedrijfsauto, instrumentarium of gereedschap, doorlopende verplichtingen en investeringen etc. Het vtlb voor de zzp’er is noodzakelijkerwijs ook flexibeler. Dat geldt ook voor de vermogensbepaling bij de start.

Richtlijn plus handige excel-rekensheet

Lees de hele notitie hier.

Binnenkort publiceren we nog een Excelsheet om het vrij te laten en het af te dragen vermogen makkelijk te berekenen (alleen voor NVVK-leden).

Abonneer je op onze nieuwsbrief om als eerste te horen wanneer deze handige rekensheet beschikbaar is.