De prikkelende belofte van schulddata
Weet jij hoe jij presteert met je schuldhulp?
Als alle gemeenten hun data over armoede en schulden delen, helpt dat bij het aanpakken van dat maatschappelijke probleem. Kai Gidding, coördinator cluster Inkomen en vermogen bij het CBS, vertelt wat de schulddata vanuit het project DDAS kunnen betekenen voor beleid en uitvoering bij gemeenten.
'We maken bij het CBS al jaren statistieken over armoede en problematische schulden. Dat doen we op basis van landelijke gegevensbronnen’, zegt Gidding. 'Nu beginnen we meer oog te krijgen voor lokale data. Die kunnen ons veel extra inzichten gaan opleveren.' Hij is dan ook enthousiast over DDAS. Bij dat project gaan gemeenten gestandaardiseerde schuldhulpdata aanleveren op het niveau van een persoon (via het BSN-nummer).
De NVVK verzamelt natuurlijk al lokaal gegevens over schuldhulp, maar de door de NVVK-leden gebruikte definities zijn nog niet uniform. Dat moet door DDAS verbeteren, stelt Gidding. 'We gaan bij alle gemeenten op exact dezelfde manier gegevens uitvragen van inwoners die in het schuldhulpverleningsproces zitten. Hoe hoog hun schuld is bijvoorbeeld, of hoeveel schuldeisers ze hebben. En we verzamelen die gegevens op een uniforme manier.'
Kai Gidding
Hulpmiddel voor beleid, uitvoering en controle
Dat zorgt volgens Gidding voor een beter landelijk beeld. 'Maar het stelt gemeenten ook in staat om zich onderling met elkaar te vergelijken, of om de eigen cijfers te vergelijken met een landelijk gemiddelde.' Dat kan nu al -op andere onderwerpen- via bijvoorbeeld de website waarstaatjegemeente.nl, een initiatief van VNG Realisatie.
'Op die manier kunnen data de ambtelijke organisatie helpen om beleid te maken en dat te onderbouwen met cijfers.' Data zijn niet alleen strategisch van belang. 'Ze kunnen ook inzicht geven in de uitvoering. Bijvoorbeeld met informatie over doorlooptijden. Als blijkt dat je eigen gemeente er lang over doet, moet je misschien intern het proces eens tegen het licht houden. Verder maken cijfers het ook makkelijker voor gemeenteraden om hun controlerende taak uit te voeren.'
Verrijking
De schulddata uit het DDAS-project worden veilig gedeeld. De ontvangen persoonsgegevens worden versleuteld. Bij publicatie zijn de gegevens nooit te herleiden naar individuen of herkenbare groepen. Omdat de gegevens op BSN-niveau worden gedeeld, zijn ze te koppelen aan andere bronnen. Gidding noemt vooral integrale bronnen daarvoor geschikt. Die bevatten gegevens over alle Nederlanders.
'We hebben bronnen met leeftijd, geslacht, herkomst en burgerlijke staat van personen. We kennen samenstelling, inkomen en vermogen van huishoudens. En we weten veel over opleidingsniveau en of iemand in een koop- of huurwoning woont. Misschien kunnen we zelfs uitspraken doen over de kwaliteit van hun woning. Die gegevens stellen ons straks in staat om te kijken welke zaken we vaak zien in combinatie met schulden. Zijn er verbanden of correlaties te vinden? Dat inzicht kun je weer gebruiken om gerichter te werken aan preventie.'
Een koppeling met de gegevens van de gemeentelijke 'Monitor sociaal domein' lijkt ook relevant. Je kunt dan misschien iets zeggen over het gebruik van Wmo-voorzieningen. Toch zijn de gegevens uit die monitor niet zomaar geschikt als verrijkingsbron. 'Het zijn gegevens over een selecte groep: mensen die met dat sociale domein in aanraking komen. Ook schulddata gaan over een selecte groep. Er zal vast overlap zijn, maar er zullen ook genoeg personen zijn die niet in beide bronnen zitten. Daardoor is koppelen van deze bronnen niet mogelijk', weet Gidding.
Tot op wijk- en buurtniveau?
Het CBS kan mensen die schuldhulp krijgen ook linken aan een postcode. Betekent dit dat gemeenten ook een beeld krijgen op het niveau van wijken en buurten? Dat ligt volgens Gidding genuanceerd. 'In sommige gemeenten zitten maar enkele mensen in de schuldhulpverlening. Als je te ver inzoomt, zouden die herkend kunnen worden. Hoewel we data zorgvuldig anonimiseren. Maar heb je het over grote gemeenten, dan kun je zeer waarschijnlijk wel inzicht geven op wijk- en buurtniveau.'
DDAS: ook vroegsignalering en lokaal armoedebeleid
DDAS begint nu met het verzamelen van data over schulden. Maar Gidding vertelt dat er nog twee thema's in de pijplijn zitten. 'We willen straks ook gaan kijken naar vroegsignalering. Als je dat ook per persoon inventariseert, kun je dwarsverbanden zien. Komen mensen waar gemeenten een signaal over krijgen later terecht in de schuldhulpverlening?'
Het derde thema van DDAS zijn de lokale armoederegelingen waarvoor mensen bij de gemeente kunnen aankloppen. Bijzondere bijstand of een kortingspas bijvoorbeeld. 'Daarbij gaat het mogelijk over grotere aantallen. 'We hebben vorige week gerapporteerd dat er in ieder geval 540.000 mensen in Nederland onder de armoedegrens leven. Als we data van die 3 thema's met elkaar in verband brengen zijn er zoveel nieuwe inzichten mogelijk. Dat is nu nog niet eens te overzien.'
Met DDAS kan de recent geïntroduceerde nieuwe armoede-indicator straks op individueel niveau ingevuld worden. 'Dan kun je bijvoorbeeld zien in hoeverre armoede en schulden samengaan. Of welke andere oorzaken voor schulden er zijn. Bijvoorbeeld dat je gaat scheiden en samen opeens veel meer geld nodig hebt. Dat is waarschijnlijk ook iets wat je uit de verrijkte cijfers kan halen.'
CBS, Nibud en SCP presenteerden een nieuwe armoede-indicator
Veel werk te doen
Voorlopig is er nog veel werk te verzetten bij het CBS. 'In eerste instantie gaan gemeenten handmatig hun gegevens uploaden bij ons. Daar hebben we veel ervaring mee. Maar daarna gaan we data geautomatiseerd binnenhalen met behulp van een standaardkoppeling tussen de betrokken computersystemen zodat we eenvoudig gegevens kunnen uitwisselen en samenwerken. De technische naam ervoor is een API (Application Programming Interface). Dat is voor ons nog een tikkeltje onbekend, vooral qua proces. We gaan nu met schulddata de eerste ervaringen opdoen. Als dat eenmaal goed loopt is het uitdrukkelijk de bedoeling om in de toekomst vroegsignalerings-data direct en automatisch te verzamelen. Uiteraard nadat we daar hele goede afspraken over hebben gemaakt met gemeenten.'
Belangrijk project
Gidding onderstreept het belang van DDAS. 'Armoede en schulden vormen een maatschappelijke opgave waar de overheid mee bezig zal blijven. Er kunnen zich steeds weer ontwikkelingen voordoen die ervoor zorgen dat schulden toenemen. Ik denk dat elke gemeente belang heeft bij een goed beeld van de situatie.' De mogelijkheden van de data zijn volgens hem enorm. Maar daarvoor moet het CBS ze wel eerst hebben, van zoveel mogelijk gemeenten. 'Hoe meer gemeenten er meedoen, hoe kleiner de onzekerheidsmarge wanneer we landelijke cijfers presenteren.'