Evaluatie na 3 jaar experimenteren:
Vroegsignaal over hypotheekachterstand brengt nieuwe huishoudens in beeld
Nu het experiment vroegsignalering hypotheken 3 jaar loopt, brengt de NVVK de resultaten in kaart. De deelnemende gemeenten en geldverstrekkers zijn positief. ‘Door het experiment bereiken we meer mensen en is er minder kans op nieuwe achterstanden', zeggen bijvoorbeeld deelnemers Breda en Aegon.
Kunnen we met vroegsignalering escalerende schulden bij huizenbezitters voorkomen? Die vraag staat centraal bij het experiment Vroegsignalering hypotheken. Dat startte in 2022 met 6 gemeenten en 3 hypotheekverstrekkers. Omdat er veel minder signalen binnenkwamen dan verwacht, werd het experiment begin 2024 uitgebreid met 3 gemeenten en een geldverstrekker.
Toch bleek het aantal signalen bij de evaluatie eind 2024 met 487 nog steeds laag. Volgens geldverstrekkers komt dat onder meer doordat ze zelf al veel doen om de klant te helpen en doordat huiseigenaren soms zelf al voor verkoop kiezen als de hypotheeklast niet houdbaar is.
Wat leveren de signalen op?
55% van de gemelde huiseigenaren was nog niet in beeld bij de gemeente. Dat blijkt ongeveer hetzelfde aandeel 'nieuwe huishoudens in beeld' als bij huursignalen. De gemeenten wisten 62% van de aangemelde huiseigenaren te bereiken. Een hoog percentage, maar de afspraak was dan ook om signalen intensief op te volgen. 35% van de woningbezitters accepteerde hulp. Dat aandeel varieerde sterk per gemeente, deels door verschillen in definities en registratie.
Wat zijn de ervaringen van de deelnemers?
De deelnemende gemeenten en geldverstrekkers zijn tevreden over de samenwerking in het experiment. Ze zien hypotheekachterstand nog steeds als een waardevol signaal van dreigende schulden en willen het graag blijven delen. Geldverstrekkers zouden wel graag een betere terugkoppeling na signalering zien, ook om daarvan te leren in hun klantbenadering. Ook zien ze de noodzaak van een intern verder geautomatiseerde selectie en aanlevering van signalen.
Volgens de gemeenten reageren inwoners meestal positief op het hulpaanbod, maar soms zijn ze ook terughoudend. Er hebben maar weinig huiseigenaren aan hun geldverstrekker gemeld dat ze niet willen dat hun gegevens aan de gemeente doorgegeven worden. Gemeenten willen daarnaast graag zelf kunnen kiezen hoe ze signalen opvolgen. De meeste gemeenten vinden bellen effectiever dan huisbezoek. Dat laatste was wel de initiële insteek in het experiment. Gemeenten proberen vaak eerst telefonisch contact te leggen, en gaan daarna zonodig op huisbezoek.
Hoe verder?
Het experiment loopt in ieder geval dit jaar nog door. De NVVK wil meer gegevens verzamelen en meer leren over wat mogelijk en wat effectief is bij deze vorm van vroegsignalering. Welk hulpaanbod past het beste bij huiseigenaren? De verwachting is daarnaast dat voorgenomen verbeteringen in de landelijke vroegsignalering de problemen met registratie en definities zullen verminderen.
Ons advies
Als het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vroegsignalering via hypotheekachterstanden in de wet wil opnemen, adviseert de NVVK om samen te werken met de brancheverenigingen Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars, om in overleg met hen te zorgen voor goede juridische kaders voor de financiële sector.
Hier de volledige evaluatie Vroegsignalering Betalingsachterstanden Hypotheek - Evaluatie na 3 jaar