Antwoord staatssecretarissen op Kamervragen Don Ceder (CU)
'Grote impact Hoge Raad-uitspraak op minnelijk traject'
Om meer inzicht te krijgen in de impact van de Hoge Raad-uitspraak op de ingangsdatum van een Wsnp-regeling stelde CU-Kamerlid Don Ceder er vragen over. De staatssecretarissen Nobel en Struycken erkennen in de beantwoording dat de uitspraak ook grote impact kan hebben op minnelijke schuldhulp.
‘Wij zien dat de antwoorden van de Hoge Raad mogelijk grote gevolgen hebben voor zowel een buitengerechtelijke (minnelijke., red.) schuldregeling als het wettelijke schuldsaneringstraject. Uit de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad blijkt dat onder de 'eerste aflossing', 'in het kader van' en 'buitengerechtelijke schuldregeling' wordt verstaan dat ook aflossingen aan een of enkele schuldeisers wegens een door hen gelegd beslag als eerste aflossing kunnen gelden. Ook wanneer blijkt dat de schuldenaar geen aflossingscapaciteit heeft moet dit worden gezien als 'een eerste aflossing' in de zin van art. 349a lid 1 Fw', schrijven de bewindslieden in antwoord op de vragen van Ceder.
Don Ceder
Vervroeging aanvangsmoment heeft voorwaarden
'Dit kan daarmee ook gevolgen hebben voor de ingangsdatum van de toepassing van de Wsnp. De ingangsdatum van de Wsnp is afhankelijk van hoe het proces van een buitengerechtelijke (minnelijke, red.) schuldregeling heeft plaatsgevonden. Zo dient de schuldenaar, om in aanmerking te komen voor vervroeging van het aanvangsmoment van de termijn van de schuldsaneringsregeling, te hebben voldaan aan de verplichtingen die uit het buitengerechtelijk traject voortvloeien.'
'Wij blijven monitoren hoe deze beantwoording zich in de praktijk verder ontwikkelt, voor zowel een [minnelijke] schuldregeling als het wettelijke traject’, aldus de bewindslieden in hun antwoorden. De opzienbarende Hoge Raad-uitspraak heeft dus niet alleen effect op het wettelijke traject maar ook op het minnelijke, bevestigen nu ook de bewindslieden. De NVVK heeft hier al op ingespeeld door haar Gedragscode aan te passen.
De antwoorden zijn overigens in lijn met de inzet van de Kamer in 2023 bij de halvering van de aflosperiode in de Wsnp. Het doel was dat Msnp en Wsnp nog meer aan elkaar gekoppeld zouden worden. Kamerlid Ceder is al jaren een van de voorvechters van beter beleid voor mensen met schulden.
Rechters gaan in Recofa-verband nog bepalen hoe zij de uitspraak van de Hoge Raad precies verwerken en of richtlijnen worden aangepast. In Wsnp-verzoeken moet actief gevraagd worden met hoeveel maanden de Wsnp-aflosperiode verkort zou moeten worden. Het tellen begint bij het moment van eerste aflossing, waar de Hoge Raad dus haar grensverleggende uitspraak over deed.
Recofa-afspraken zijn niet democratisch
In zijn Kamervragen legt Ceder er de vinger bij dat de regels die Recofa opstelt, niet democratisch gecontroleerd worden. Hij vroeg de bewindslieden:
Zou het – in het vervolg – niet beter c.q. zorgvuldiger zijn wanneer dusdanig concrete uitwerking van wet- en regelgeving wordt vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (AMvB), zodat het onder directe democratische controle staat, in plaats van in een richtlijn van Recofa? Zo nee, waarom niet?
Struycken en Nobel benadrukken dat aan de Recofa-afspraken geen rechten ontleend kunnen worden. Het zijn 'landelijke afspraken tussen insolventierechters ten einde te zorgen voor een zoveel mogelijk gelijke behandeling van gelijke gevallen'. Ze worden gepubliceerd 'zodat schuldhulpverleners hier rekening mee kunnen houden en de beslissing van de rechter voor de schuldenaar voorspelbaarder wordt.'
Doorslaggevend is echter dat 'iedere rechter (...) bij de beoordeling van een schuldsaneringsverzoek, binnen de grenzen van de wet en de jurisprudentie van de Hoge Raad, vrij [is] te beslissen op dat verzoek.'
'Wij zien vooral voordelen'
'Wij zien vooral voordelen in deze Recofa-richtlijnen. Deze zijn namelijk door gespecialiseerde rechters opgesteld, zijn relatief snel aan te passen en bieden ruimte aanrechters om in concrete gevallen maatwerk te bieden', schrijven de bewindslieden aan Ceder.
Net als de bewindslieden zien ook wij vooral voordelen in de gezamenlijke afspraken die Recofa maakt. De NVVK doet dit immers zelf ook voor haar leden. Desondanks horen we van leden wel over grote verschillen tussen rechtbanken. Het zou ons helpen als er meer praktische afspraken worden gemaakt. Zodat de aanlevering van stukken overal uniform kan zijn omdat overal dezelfde eisen gesteld worden. Dat rechters in individuele gevallen altijd vrij zijn zelf een oordeel vellen over een dossier behoeft geen betoog.