Overslaan en naar de inhoud gaan

Bewindvoerders kunnen meer tijd besteden aan hulpvrager

Ministerie van Justitie verhoogt vergoedingen

Bewindvoerders kunnen meer tijd besteden aan hulpvrager

23 april 2025

Goed nieuws voor bewindvoerders: onze niet aflatende inzet om bij het ministerie van Justitie te benadrukken dat dit belangrijke werk meer ruimte verdient, is beloond. Vanaf 1 januari 2026 ontstaat er voor bewindvoerders meer tijd om hulpvragers met hun vaak ingewikkelde en tijdrovende vragen te helpen. 

Het liefst hadden bewindvoerders gezien dat het officieel beschikbare aantal uren per hulpvrager verhoogd zou worden. Daarvoor ziet staatssecretaris Struycken nu geen mogelijkheden, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Wel verhoogt hij de tarieven – een maatregel die per saldo hetzelfde effect heeft. Bewindvoerders kunnen hierdoor meer tijd besteden aan hulpvragers. 

De tarieven die bewindvoerders mogen declareren voor hun werk gaan per 1 januari 2026 met 10,5 % omhoog. De verhoging staat los van de jaarlijkse inflatie-indexatie. De maatregel pakt goed uit voor zowel bewindvoerders die btw in rekening brachten als bewindvoerders die dat niet deden.  

Afscheid btw is voordeel voor gemeente 

Commerciële bewindvoerders mogen vanaf 01-01-2026 geen btw meer in rekening brengen. Voor gemeenten –die de btw niet konden verrekenen- betekent het afscheid van de btw in deze gevallen een kostenbesparing van 21 %. Vanwege de afgesproken verhoging van de tarieven gaan ze bewindvoerders wel 10,5 % meer betalen, maar er resteert voor gemeenten toch nog een voordeel van 10,5 %.  

Niet-commerciële bewindvoerders hanteerden geen btw. Omdat gemeenten 10,5 % minder kwijt zijn aan commerciële bewindvoerders, moeten zij in ruil daarvoor wel zelf het hogere tarief (+10,5 %) opbrengen voor niet-commerciële bewindvoerders. 

We zijn blij dat het ministerie heeft ingezien dat verhoging echt nodig was. De financiële vragen van hulpvragers worden gecompliceerder en het werk wordt daardoor tijdrovender.

Introductie 'doorstroombeloning' 

Ook positief zijn we over de introductie van een ‘doorstroombeloning’ bij schuldenbewind, een variant van beschermingsbewind voor hulpvragers met schulden. Staatsecretaris Struycken stelt een extra vergoeding beschikbaar voor bewindvoerders die hulpvragers met schulden snel door laten stromen naar de gemeente of de Wsnp.

Om hoeveel geld het gaat is nog niet duidelijk. 'De invulling van deze maatregel moet nog verder uitgedacht en uitgewerkt worden. Hierbij is afstemming met de brancheverenigingen en gemeenten noodzakelijk', aldus de brief.  

Gemeentelijke grip op kosten 

Een doorstroombeloning helpt volgens ons om hulpvragers sneller schuldenvrij te laten worden. Voor gemeenten geldt: wanneer een dossier sneller bij de afdeling schuldhulpverlening terecht komt, heeft de gemeente ook meer grip op de kostenontwikkeling. Schuldenbewind wordt vaak door de gemeente betaald wanneer de hulpvrager zelf onvoldoende middelen heeft.

De maatregel sluit ook aan bij de verkorting van de standaardperiode voor bewind van 5 naar 3 jaar. Gemeenten die meer grip willen op de kosten van bewind voor inwoners, roepen we op om convenanten te sluiten met de bewindvoerders die hun inwoners helpen. De staatssecretaris schrijft daarover: ‘Wij zijn (...) verheugd dat de branchevereniging NVVK in samenwerking met gemeenten en bewindvoerders een modelovereenkomst heeft opgesteld, die zorgt voor meer eenduidigheid.’ Veel gemeenten deden hier al goede ervaringen mee op, weten we. 

Toezicht op bewind wordt scherper 

De brief van Struycken gaat ook in op de verplichting voor bewindvoerders om elektronisch te gaan communiceren met de rechtbank. Die verplichting maakt toezicht effectiever, constateert Struyken. 'De (...) transparantie [wordt] vergroot'. Rechtbanken onderzoeken daarnaast de mogelijkheid om realtime toezicht op basis van bankgegevens te integreren in het digitale systeem. 'Dit maakt het opsporen van verdachte banktransacties eenvoudiger'. 

Hulpvragers kunnen met klachten bij de rechtbank terecht, maar Struycken erkent 'dat het ingewikkeld kan zijn voor cliënten om deze klachtenprocedure te voeren. De drempel om daadwerkelijk een klacht in te dienen bij de kantonrechter is hoog. Een brief schrijven vanwege laaggeletterdheid is soms niet mogelijk of door het beperkte doenvermogen is het indienen van een klacht te veel gevraagd.'  

De NVVK is er al jaren voorstander van dat de toegang tot juridische bijstand laagdrempeliger wordt. We zijn dan ook blij met dit voornemen van staatssecretaris Struycken: 'Voor het indienen van een klacht is er niet altijd juridische bijstand mogelijk en daarom wil ik kijken hoe we de drempel om een klacht in te dienen kunnen verlagen.' 

Voorlopig geen WODC-onderzoek naar bewind 

Vorig jaar pleitten Kamerleden van D66 en de SP voor het starten van een groot onderzoek naar toezicht, capaciteit en middelen voor beschermingsbewind. Het onderzoek zou ook voor- en nadelen van het onderbrengen van bewind in publieke organisaties (gemeenten) moeten inventariseren. 

Dit onderzoek leek er te komen, maar in de tussentijd startte de stichting Stride Consortium ook al een groot onderzoek naar het stelsel en het takenpakket van bewind, curatoren en mentoren. Daarom wil Struyken geen tweede onderzoek starten. De eerste resultaten van het Stride-onderzoek worden eind dit jaar verwacht. We zien uit naar de publicatie van dit grondige onderzoek, dat waarschijnlijk een scherp beeld geeft van de omvangrijke taken van een bewindvoerder.

Wel onderzoek naar publiek maken bewind 

Uit de brief blijkt dat er wel een onderzoek komt naar de voor- en nadelen van ‘het publiekrechtelijk maken van het CBM-stelsel'. Dat onderzoek gaat over de vraag of (onder andere) bewind misschien beter een gemeentelijke taak kan worden. In het najaar denkt Struycken de onderzoeksopzet gereed te hebben.